Image
lek

CC 4.0

De Nigerdelta-gemeenschap verwoest door de zoveelste Shell-olielek
Artikel
7 minuten

Terwijl de vragen over het laatste defect aan de pijpleiding toenemen, hebben de vissers geen alternatief inkomen meer.

Op een zinderend warme namiddag keert Longlife Bob met lege handen terug van zijn zoektocht naar werk op de nabijgelegen bouwterreinen. Vóór de olieramp was Bob (40) visser. Op goede dagen verdiende hij gemiddeld 80.000 Nigeriaanse naira (ongeveer 94 euro) met de verkoop van zijn vangst. Met dit inkomen heeft hij de afgelopen tien jaar voor zijn gezin kunnen zorgen. Maar de situatie is veranderd. De olielek in een pijpleiding van Shell, afgelopen juni, vervuilde eerst de Oluku-rivier in Aleto, en verspreidde zich dan naar Bobs Akpajo-gemeenschap. De olie vernietigde zijn netten en boot en vervuilde de rivier waarvan hij afhankelijk was voor zijn levensonderhoud. Een alternatieve bron van inkomsten is er voorlopig niet. “Wij lijden en het leven is moeilijk voor ons”, zegt Bob.

Olielekken zijn een terugkerend probleem in de Nigerdelta-regio van Nigeria, die zich uitstrekt over negen deelstaten, rivieren en riviermondingen omvat, en Afrika's grootste ecosysteem van mangrovebossen herbergt. Tussen 2011 en 2022 waren er volgens het ‘National Oil Spill Detection and Response Agency’ (NOSDRA) 10.463 lekken in de Nigerdelta, waarbij in totaal 507.135 vaten olie in het milieu terechtkwamen. Ogoniland, waar Bob leeft, is van oudsher het epicentrum van olielekkages. In 2008 sijpelde daar bijvoorbeeld het equivalent van ongeveer 600.000 vaten olie in de grond door lekken in de Trans-Niger pijpleiding van Shell.

De ‘Shell Petroleum Development Company of Nigeria Limited’, de grootste vervuiler in de regio, legt de schuld voor de olielekken – ook die in Aleto – vaak bij sabotage. Maar grote olielekken werden toegeschreven aan defecte apparatuur en roestige en slecht onderhouden pijpleidingen. Dat is volgens de lokale gemeenschap ook gebeurd in Aleto.

Emmanuel Obemeata, een milieugezondheidswetenschapper en docent aan de Universiteit van Port Harcourt, geeft toe dat de olievervuiling het gevolg kan zijn geweest van sabotage, maar zegt dat de verouderde pijpleidingen evengoed de oorzaak kunnen zijn. "Je hebt het probleem van de verouderde pijpleidingen," zei hij. "Als je ruwe [olie] door zulke pijpleidingen laat stromen, kan je deze olielekkages verwachten…".

Gezien de omvang van de olielek en de gevolgen ervan voor de getroffen vissersgemeenschappen, denken lokale bewoners en activisten in Ogoniland dat Shell in het geheim nog steeds aan het exploreren is in het gebied, ondanks het feit dat de actieve exploratie en productie in 1993 officieel gestaakt is, na publiek protest.

Een onafhankelijke milieumonitor, die voor de eigen veiligheid anoniem wil blijven, stelt onomwonden: "Shell opereert [in Ogoniland] en het is niet langer een geheim". Het bedrijf is actief in Ogale en Oboolo, beide streken binnen Ogoniland, voegde de bron eraan toe. Officieel transporteert Shell alleen ruwe olie door het gebied en zoekt het niet naar nieuwe olie. Maar meerdere bronnen vertelden ons dat de meeste overgebleven faciliteiten van Shell in het gebied zwaar bewaakt worden door het leger, wat erop zou kunnen duiden dat de faciliteiten ook nog steeds actief exploreren.

Sommigen geloven dat Shell het equivalent probeert te recupereren van wat het heeft betaald als compensatie aan gemeenschappen die getroffen werden door olielekken, voordat het de Nigerdelta verliet zoals het in 2021 aankondigde. De mediavertegenwoordigers van Shell reageerden niet op verzoeken om commentaar.

Tijdlijn voor schoonmaak is ‘misschien niet haalbaar’

De decennialange vervuiling van het milieu in Ogoniland leidde in 2006 tot een milieu-effectenonderzoek in opdracht van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties. Het resulterende rapport, uiteindelijk gepubliceerd in 2011, stelde vast dat de bodem en het grondwater op grote schaal vervuild waren. Er werd een uitgebreide schoonmaak aanbevolen om de vervuilde omgeving in Ogoniland te herstellen.

Vijf jaar later zette de voormalige Nigeriaanse vicepresident, Yemi Osinbajo, het licht op groen voor de opkuis. Het ‘Hydrocarbon Pollution Remediation Project’ (HYPREP), het overheidsagentschap dat de operatie coördineerde, startte in 2018 met preliminaire saneringsactiviteiten in Ogoniland. Enuolare Mba-Nwigoh, hoofd communicatie van HYPREP, zegt dat 29 van de 65 locaties zijn voltooid.

Maar de terugkerende olielekkages in het gebied, vormen een grote bedreiging voor deze schoonmaakinspanningen. Experts vrezen dat deze lekken niet alleen bestaansmiddelen zullen vernietigen en wateren besmetten, maar ook de reeds gesaneerde locaties opnieuw zullen vervuilen.

In Aleto, bijvoorbeeld, ligt de aangetaste rivier binnen drie gebieden die reeds gesaneerd zijn, zegt Mba-Nwigoh of HYPREP. Hij voegt eraan toe dat het schoonmaken van een verontreinigde locatie gemiddeld tussen de 500 en 600 miljoen Nigeriaanse naira (586.000 – 703.000 euro) kost voor eenvoudige locaties, terwijl complexe locaties minstens een miljard Nigeriaanse naira (1,18 miljoen euro) kosten.

Mba-Nwigoh drong er bij de gemeenschappen op aan om zich te verzetten tegen het vandaliseren van pijpleidingen. Maar hij wees ook naar de eigenaars van de pijpleidingen en zei dat zij "verantwoordelijk moeten zijn", zodat slecht onderhoud "geen problemen oplevert voor het milieu, voor de mensen en voor het [schoonmaak]project". "De kwesties van het weglekken van olie [en] de hervervuiling, zijn van het grootste belang voor ons", zei hij. "Als dit niet wordt aangepakt, komt het erop neer dat we de kraan laten lopen en tegelijkertijd beweren dat we de vloer dweilen (…)."

Ondertussen blijven de gemeenschappen in Ogoniland de grootste gevolgen ondervinden van de herhaalde lozingen. In de meeste gemeenschappen die door het recente incident zijn getroffen, zijn de visserijactiviteiten al stopgezet.

Net als Bob, is Leebe Mere gestopt met vissen sinds de meest recente olielekkage de rivier heeft vervuild, en haar boot en net heeft beschadigd. Ze zegt dat de vervanging haar minstens een half miljoen Nigeriaanse naira zou kosten. "Waar moet ik dat geld vandaan halen?", vraagt de 60-jarige, die zegt dat ze elke dag een tiende van dat bedrag verdiende met vissen.

Nu verkoopt ze brandhout om haar zeven kinderen te onderhouden. Maar het inkomen is veel lager: slechts 2.000 Nigeriaanse naira per dag. "Ik ben mezelf niet meer sinds de olieramp", zegt ze. "Ik huil elke dag. Eten is moeilijk en mijn kinderen kunnen niet meer naar school". School kost gemiddeld tussen de 30.000 en 40.000 naira per semester.

Eén manier waarop inwoners van de Nigerdelta druk kunnen uitoefenen op oliemaatschappijen is door juridische stappen te ondernemen. De Nigeriaanse milieuadvocaat Chima Williams zegt dat wanneer er olie gelekt wordt - of dit nu het gevolg is van een defect aan de apparatuur, een onderhoudsfout of een natuurlijke gebeurtenis - dit een juridisch proces in gang zet dat de getroffen gemeenschap toestaat om naar de rechter te stappen.

“De kwestie van juridisch verhaal halen voor een olielek, is een gevestigde zaak”, zegt Williams, uitvoerend directeur van de ‘Environmental Rights Action/Friends of the Earth, Nigeria’. De Aleto-oliekkage kwam er twee jaar nadat de gemeenschappen van de Nigerdelta een zaak wonnen tegen Shell in een Nederlandse rechtbank.

In mei 2008 vertegenwoordigden Williams, advocaat Channa Samkalden en de Nederlandse afdeling van Friends of the Earth, vier Nigeriaanse boeren in een rechtszaak tegen het toenmalige hoofdkantoor van Shell in Den Haag. De zaak ging over olievervuiling die tussen 2004 en 2007 had plaatsgevonden in de Nigerdelta-gemeenschappen Goi, Oruma en Ikot Ada Udo.

Zo'n 13 jaar later werd Shell Nigeria eindelijk aansprakelijk gesteld en in januari 2021 veroordeeld tot het betalen van 15 miljoen euro aan compensatie aan de Nigeriaanse boeren en hun gemeenschappen.

Het was een historische overwinning, de eerste keer dat een Nederlands bedrijf verantwoordelijk werd gehouden voor de acties van zijn dochteronderneming in het buitenland. Ook in 2018 nadat er olie was gelekt in de Eteo-gemeenschap in Ogoniland, daagde de bevolking Shell voor de rechter om schadevergoeding te eisen. Maar, zegt Sunday Nwigoh, de hoogste leider van Eteo: "Er is vertraging opgetreden omdat de rechtbank de zaak blijft verdagen. We wachten op de rechtbank". Er deed zich nog een lekkage voor in Eteo, een week na de lek in Aleto, vanuit de faciliteit van de Nigerian National Petroleum Corporation (NNPC).

In het geval van de Aleto-lek is het onduidelijk of de getroffen gemeenschappen gerechtelijke stappen gaan ondernemen tegen Shell. Samuel Ngofa, woordvoerder van het dorp Ngofa in Aleto, zei dat het moeilijk zou zijn om juridische stappen te ondernemen omdat sommige stamhoofden in het gebied donaties van Shell hebben ontvangen. Het is niet gemakkelijk voor leden van de gemeenschap om juridische stappen te ondernemen zonder de steun van hun stamhoofden.

“Shell heeft noedels gebracht maar [het maakt niet echt een verschil] omdat je maar één dag van de noedels kan eten. Wat met de mensen wiens levensonderhoud is aangetast?” vraagt Ngofa.

Bob heeft ondertussen niets ontvangen. Hij wil gewoon weer gaan vissen, maar begrijpt dat het wel even kan duren voordat er weer verschillende soorten in de rivier te vinden zijn. Hij wil dat de overheid ingrijpt. "Ze moeten kijken wat we kunnen eten totdat de rivier weer schoon is", zei hij.

Dit vertaalde artikel verscheen eerder op OpenDemocracy.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.