Image
Congo, 'le glissement' van Kabila
Foto: MONUSCO
Congo, 'le glissement' van Kabila
Artikel
11 minuten

Trekken de Congolezen op 27 november 2016 naar de stembus? Geloof het maar niet. Als u toevallig stemgerechtigd bent, schrap dan gerust die datum in uw agenda en plan die zondag iets anders.

Op 19 maart 2016 verzoekt CENI, de commissie die de verkiezingen organiseert, het Grondwettelijk Hof om uitstel. Er zijn daarvoor valabele redenen: het kiezersregister is niet bijgehouden. Dode Congolezen hebben stemrecht en jonge Congolezen niet. En waar moet het geld voor de verkiezingen vandaan komen? De kosten zijn op 900 miljoen dollar begroot – 10% van het overheidsbudget. Het verzoek van CENI is een meer dan precieze aanwijzing voor waar het met de stembusslag naartoe gaat.

Op 11 mei 2016 heeft het Grondwettelijk Hof een verdict klaar: als er geen verkiezingen komen, blijft de huidige president op post. Zo zet het Hof een punt achter een discussie die pas van start gegaan is, met name over hoe het verder moet aan het einde van Joseph Kabila’s tweede en grondwettelijk laatste ambtstermijn als president, na 19 december 2016. Wie als argument aanhaalt dat het grondwetsartikel, dat erin voorziet dat bij gebrek aan verkozen president de zittende aanblijft, niet van toepassing kàn zijn, moet zijn mening herzien. De uitspraak van het Hof maakt het voor president Kabila spotgemakkelijk om op zijn stoel te blijven zitten. Hij krijgt de pap in de mond: hou geen verkiezingen, doe gewoon niets en je verzekert jezelf er zo van dat je nog een tijdlang de teugels in handen houdt. Want daar ligt de échte reden voor het gedraal: de onwil van Kabila om een stap opzij te zetten. Het Grondwettelijk Hof schaart zich met die beslissing aan zijn kant.

Kabila kan nu in alle rust vorm geven aan “le glissement”, de zoveelste creatieve term uit de Congolese politiek die recent mondgemeen geworden is. We kunnen de term vrij vertalen als 'stilzwijgende en aanhoudende verschuiving'. In de praktijk wil het zeggen dat Kabila de grondwettelijke datum voor het einde van zijn mandaat achteloos voorbij laat gaan en op die manier kwansuis president blijft. Hij neemt m.a.w. geen concrete maatregelen maar laat alles op zijn beloop en laat dus het idee varen om bijvoorbeeld met behulp van een grondwetswijziging een derde ambtstermijn wettelijk mogelijk te maken of met veranderingen in de kieswet de verkiezingen op de lange baan te schuiven. Neen, hij doet gewoon niets. Hoe lang? Wie zal het zeggen: het Grondwettelijke Hof, CENI? Wie maalt erom?

Niets doen, gaat Joseph Kabila goed af. Het is misschien wel zijn grootste kwaliteit. Het heeft ooit een jaar geduurd voor hij een aangekondigde herschikking van zijn regering ten uitvoer legde. Uiteindelijk baart de berg een muis en is de vaart die van zo’n beslissing uit kan gaan tot een sukkeldrafje teruggebracht. Idem dito voor de politieke dialoog die Kabila maanden geleden aangekondigd heeft. Samen met alle betrokkenen overleg plegen hoe het moet met die verkiezingen, dat was het plan. Ook al heeft de Afrikaanse Unie sindsdien een bemiddelaar aangewezen om dat proces op gang te brengen, van enige dialoog is er tot dusver niets in huis gekomen.

Kabila is geen krachtdadig politicus en spreekt zich raar of zelden uit. Over een derde ambtstermijn als president zwijgt hij als vermoord. Uit de manoeuvres die zijn naasten opzetten, kun je een scenario afleiden, dat van 'le glissement' nota bene, maar een uitspraak van hém in die zin hebben we nog niet gehoord. We zijn veroordeeld tot goed gedocumenteerd giswerk. Kabila gedraagt zich als een sfinx. Die vergelijking past hem als gegoten. Laten we proberen om de recente politieke evoluties in Congo in kaart te brengen.

Afkalving van de presidentiële macht

In januari 2011 keurt het Congolese parlement op een drafje een grondwetswijziging goed. Voortaan verlopen de presidentsverkiezingen in één ronde. Het geeft Kabila quasi zekerheid op een tweede mandaat. Vanwege de verdeeldheid binnen de oppositie kan niemand hem in de eerste ronde bedreigen en een voor hem mogelijk noodlottige tweede ronde tegen de beste oppositiekandidaat is van de baan. Een slimme zet. Vijf jaar later durft Kabila het niet meer aan om een mouw te passen aan de beperkingen die de grondwet hem oplegt. De Rwandese president Kagame is daarvoor sterk genoeg - Kabila niet. De Burundese president Nkurunziza heeft er een burgeroorlog voor over om de grondwet naast zich neer te leggen - Kabila niet. In het vlak tegenover Kinshasa, aan de overkant van de Congorivier gelegen Brazzaville, kan president Sassou Nguesso het zich veroorloven om de grondwet aan te passen ter verzekering van zijn derde mandaat en om protest tegen fraude aan zich voorbij te laten gaan - Kabila niet. In Burkina Faso wil president Compaoré graag nog enkele jaren verder regeren, maar in oktober 2014 is afzetting zijn lot. Reken maar dat Kabila uit die gang van zaken lering getrokken heeft.

In januari 2015 gooit Kabila het daarom over een andere boeg. De regering komt met een herziene kieswet op de proppen die een volkstelling voorschrijft. Een dergelijke operatie vergt tijd, zodat ze automatisch tot uitstel van de verkiezingen leidt. Straatprotest hiertegen wordt repressief beteugeld en brengt in Kinshasa en enkele provinciesteden minstens 42 doden met zich mee. Deze keer liggen niet de politieke partijen aan de basis van het verzet maar jongeren die zich beginnen te organiseren. De Senaat besluit om het omstreden ontwerp in te trekken. De Congolese politiek buigt voor het ongenoegen van de bevolking. Dat is zonder voorgaande. Du jamais vu.

Afgelopen najaar is ook het smeulende ongenoegen in de schoot van de coalitie rond Kabila ontvlamd. In een brief eisen zeven coalitiepartijen vertegenwoordigd in de regering respect voor de grondwet, wat inhoudt dat voor hen een derde mandaat voor Kabila uit den boze is. Ze dringen ook aan op stappen om de verkiezingen op tijd door te laten gaan. De president reageert fel. Hij zet de zeven uit de regering. Een nieuwe oppositiegroep, G7, is geboren. In april 2016 vragen ze de voormalige gouverneur van Katanga, Moïse Katumbi -ooit sterkhouder van het regime, maar werkloos sinds zijn provincie in stukken opgedeeld is- om als hun kandidaat-president te fungeren. Enkele weken later aanvaardt hij het aanbod. De rijke zakenman heeft geld genoeg om een campagne te voeren over heel Congo. Dat maakt hem levensbedreigend voor Kabila.

Drie jaar geleden overleed Kabila’s rechterhand, Katumba Mwanke, in een vliegtuigongeluk. Met hem en Katumbi zijn Kabila’s adviseurs in financiële aangelegenheden uit zijn omgeving verdwenen. Blijft over: Josephs tweelingzus Jaynet.

Hergroepering van de oppositie

Afgelopen december vinden politieke opposanten en militanten van maatschappelijke organisaties elkaar terug op het eiland Gorée, voor de kust van de Senegalese hoofdstad Dakar. Op de G7 na tekenen alle oppositiepartijen en -figuren present, van Katumbi over Vital Kamerhe -nog iemand uit Kabila’s omgeving die vijf jaar terug het lekkende schip verliet - tot de zoon van de historische Etienne Tshisekedi.

Ook van tel is de aanwezigheid, naast oude sociale bewegingen als Voix des Sans Voix en de mensenrechtenorganisatie Asadho, van recente burgerinitiatieven als Lucha (Lutte pour le Changement) en Filimbi ('fluitje' in het Swahili). Zij bouwen voort op het elan van de protestgolf van januari 2015 en blazen de ingedutte société civile nieuw leven in. Enkele kopstukken van Lucha, Fred Bauma en Yves Makwambala, worden beschuldigd van samenzwering en moeten dat met hun vrijheid bekopen. In maart 2016, een jaar na hun aanhouding, hebben ze in de gevangenis een week lang een hongerstaking gehouden.

De 27 deelnemers aan de ontmoeting op Gorée stichten er het Front Citoyen. Er staat geen politicus aan het hoofd, maar Floribert Anzuluni van Filimbi, een nieuwkomer van 33, wiens vader onder president Mobutu parlementsvoorzitter was. Het Front stelt een agenda op voor de komende maanden maar de vooropgestelde data gaan voorbij zonder dat er iets gebeurt. Het is dus afwachten hoe duurzaam de alliantie is. Een eerste test is er op 26 mei gekomen, toen het Front Citoyen en de G7 samen protestmarsen organiseerden, die vooral in Kinshasa en Goma volk op de been brachten.

Aan de basis van het treffen in Gorée ligt de Konrad Adenauer Stiftung, de denktank van Merkels CDU, die instond voor de financiering. Maar een geloofwaardige bron fluistert me in dat achter de schermen de Amerikanen aan de touwtjes trekken, in het vooruitzicht van Kabila’s opvolging.

Ondertussen neemt de repressie tegen de oppositie toe. De behandeling die militanten van Lucha ondergaan, is één voorbeeld. Wat Katumbi te beurt valt zo gauw hij zich kandidaat stelt, spreekt boekdelen over de aanpak van het regime. Hij krijgt prompt de beschuldiging op zijn bord dat hij huurlingen aangetrokken heeft, onder wie gewezen Amerikaanse militairen, in een poging om  Kabila gewapenderhand omver te werpen. In de week van 9 mei 2016 komt het voor het gerechtsgebouw in Lubumbashi, waar Katumbi’s ondervraging plaatsvindt, drie keer tot een confrontatie tussen de politie, die traangas inzet, en zijn aanhangers, die stenen gooien. Het weekend daarvoor was de voormalige gouverneur gaan buurten bij de Belgische consul -ging hij zijn bezorgdheid uiten over wat hem vanaf maandag te wachten stond? -en telefoneerde hij daar met Belgisch minister van Buitenlandse Zaken Reynders, met het verzoek om eerste minister Matata te bellen. Een stap die kennelijk weinig succesvol geweest is. Op 19 mei vaardigt het Congolese gerecht een aanhoudingsbevel uit tegen Katumbi. Twee dagen later vliegt hij naar Zuid-Afrika voor medische verzorging.

Gewijzigde internationale relaties

Wekt het geen verbazing dat een interventie van een Belgische minister geen effect sorteert, minder vanzelfsprekend is dat ze in Kinshasa ook signalen vanuit de Verenigde Staten in de wind slaan. Toch gebeurt het. Een waarschuwing enkele weken geleden van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Kerry tijdens een ontmoeting met Kabila in New York, over het feit dat zijn mandaat in december ten einde loopt en de tijd dringt voor verkiezingen, haalt niets uit. De Amerikaanse ambassade in Kinshasa legt haar laatste troef op tafel: er dreigen sancties tegen wie de democratie in het gedrang brengt. Ook Groot-Brittannië denkt aan sancties.

Een en ander geeft aan dat het Westen minder gehoor krijgt in Kinshasa en minder vat heeft op de gang van zaken in Congo, dat economisch in zee gegaan is met heel andere partners, Chinese staatsbedrijven en Zuid-Afrikaanse ondernemers bijvoorbeeld. Vooral in de mijnsector is die evolutie duidelijk. Begin mei komt Katanga’s grootste koper- en kobaltmijn, Tenke Fungurume, in handen van China Molybdenum. De Amerikaanse mijngigant, Freeport-McMoran, heeft zijn aandeel van 56% aan de Chinezen verkocht. Een betere illustratie van de economische verschuivingen in Congo is er niet. Uiteraard hebben ze impact op de internationale geopolitieke verhoudingen.

Onzekere financiële toekomst

De Panama papers brengen twee sterkhouders uit de omgeving van Kabila in opspraak. Een ervan is  zijn zus Jaynet, die het media-imperium van de familie beheert. Volgens de onlangs gelekte documenten is ze eigenaar van de helft van de holding Keratsu met zetel op het eiland Niue, een zelfstandig gebied geassocieerd met Nieuw-Zeeland dat minder dan 1500 inwoners telt. Via via controleert de holding 9,6% van Vodacom Congo, de grootste mobiele telefoonoperator, een geldmachine vanwege het elke dag aangroeiende telefoonverkeer en het gebruik van mobieltjes voor bankverrichtingen. Toen de Amerikaanse onderzoeker Jason Stearns van de Congo Research Group in een e-mail aan het persagentschap Bloomberg gewag maakte van die informatie over Jaynet wees de Congolese overheid hem meteen het land uit.

De Israëlier Dan Gertler, legt in Congo een groter gewicht in de schaal dan Kabila’s zus. Over zijn ondoorzichtige bedrijvennet weten we meer dankzij de Panama papers. Twee van de daarin genoemde ondernemingen, Foxwhelp en Caprikat, allebei gevestigd op de Britse Maagdeneilanden (een van ’s werelds belastingparadijzen), maken deel uit van Oil of DR Congo, houder van olieconcessies aan het Albertmeer. Oil of DR Congo is een dochtermaatschappij van het in Gibraltar gevestigde Fleurette, de groep die Gertlers mijnbelangen bundelt. Via een ondernemingsfonds op de Kaaimaneilanden, stichtingen in Liechtenstein en trusts in Gibraltar komt ook de naam van Clive Zuma, de neef van de Zuid-Afrikaanse president, te voorschijn. Verstrengeling van economische en politieke belangen zijn in Zuid-Afrika, evengoed als in Congo, een wezenlijk onderdeel van het politieke landschap.

In Congo is Gertler op dat terrein een sleutelfiguur voor Kabila. Hij draait zijn hand niet om voor een schimmige operatie, zoals de aanschaf van exploitatierechten van olie of een delfstof tegen een lage prijs om die vlak daarna te verkopen met astronomische winsten. De cruciale vraag is in welke zakken de winst terechtkomt. Gertlers juridische constructies in belastingparadijzen zijn bijna ondoorgrondelijk. Als Congo en meer bepaald de stilaan volledig uitgeklede staatsonderneming Gécamines weer eens kroonjuwelen verkoopt, staat Gertler op de eerste rij. Hij is de spin in Kabila’s financiële netwerk. Maar er zijn aanwijzingen dat de klad in hun verhouding zit. Ook met Katumbi is Gertler goede maatjes en dat wekt wantrouwen in de omgeving van Kabila – zeker in een periode dat de president zijn schaapjes op het droge wil hebben, mocht hij toch verplicht worden om afscheid te nemen van de politieke macht.

Aanslepende oorlog

Het oosten van Congo blijft ondertussen een conflictgebied. Tientallen milities en gewapende groepen zijn er bedrijvig. Sommige hebben een politiek project, andere zijn uit op geldgewin, controleren mijnsites, winstgevende teelten of handelsstromen, of leggen heffingen op, weer andere doen aan moderne struikroverij. Allianties veranderen voortdurend. De controle op grondstoffen en de smokkel ervan blijven de motor van het conflict.

Onlangs heeft de Congo Research Group een rapport gepubliceerd, waarin ze aangeeft wie er verantwoordelijk is voor het al bijna twee jaar durende geweld in de noordelijke strook van Kivu, rond Béni. De regering schuift de moordpartijen, ontvoeringen en verkrachtingen gemakshalve in de schoenen van ADF/NALU, een groep uit Oeganda gevluchte moslimrebellen. Maar het onderzoek zet echter de betrokkenheid bij de gewelddaden van het Congolese leger in de verf. Een rapport dat Kabila in deze instabiele momenten slecht uitkomt en waarschijnlijk een bijkomende reden waarom Stearns stante pede het land moest verlaten.

Als toemaatje is het interessant om de recente commentaar van Jean Omasombo, onderzoeker aan het Afrikamuseum, op de huidige politieke situatie in Congo mee te geven. Hij keek terug op moeilijke overgangen in het verleden. Zo stevent Congo in 1965 af op een tweestrijd tussen zittend president Kasavubu en zijn populaire premier Tshombe. Maar er komen geen presidentsverkiezingen, want in november pleegt generaal Mobutu een staatsgreep.

In de vroege jaren 1990 moet de oude, zieke Mobutu gedogen dat de Nationale Conferentie zijn aartsrivaal Tshisekedi tot eerste minister verkiest. Maar uiteindelijk loopt in 1997 Laurent Kabila na een gewapende opstand van acht maanden als derde hond met het been weg.

Dezer dagen lijkt het erop dat Laurent Kabila's zoon Joseph met Katumbi te maken krijgt als belangrijkste uitdager. Omasombo sluit geen enkel onverwacht scenario uit. Natuurlijk verloopt de geschiedenis niet volgens vaste patronen maar in een onzekere situatie als in Congo vandaag kan het alle kanten op.

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.