Image
De AKP is politiek verantwoordelijk voor het geweld in Turkije
Foto: Yıldız Yazıcıoğlu
De AKP is politiek verantwoordelijk voor het geweld in Turkije
Artikel
4 minuten

De verantwoordelijken voor deze aanslag zijn vooralsnog niet bekend. Dat neemt niet weg dat er ook politieke verantwoordelijken zijn, in de eerste plaats de door de AKP geleide regering met op kop president Recep Tayyip Erdogan.
Wrange, schokkende beelden die beklijven: een vredesmars tegen de oorlog in bloed gedrenkt. Volgens de regering vielen er 95 doden, de organisatoren van de manifestatie in Ankara tellen er 128. Daarbovenop nog eens tientallen zwaar gewonden. Mensen die manifesteerden tegen het geweld die het land nu al maanden teistert worden er zelf slachtoffer van.
De verantwoordelijken voor deze aanslag zijn vooralsnog niet bekend. Dat neemt niet weg dat er ook politieke verantwoordelijken zijn, in de eerste plaats de door de AKP geleide regering met op kop president Recep Tayyip Erdogan.

Erdogan en zijn AK Partij hebben een belangrijk aandeel in het klimaat van haat dat het land alsmaar dieper verdeelt. Toen begin dit voorjaar bleek dat de pro-Koerdische HDP (Democratische Volkspartij) wel eens de kiesdrempel kon halen waardoor de AKP haar absolute macht zou kwijt spelen, blies Erdogan de onderhandelingen met de PKK op en liet hij geen gelegenheid onbenut om met modder te gooien naar zijn politieke rivalen.

De verbetenheid waarmee Erdogan, die zich als president nochtans niet in de kiesstrijd mag gooien, de HDP bestreed, houdt ook verband met zijn ambities om de grondwettelijke macht van zijn presidentschap uit te breiden. Daarvoor heeft hij een voldoende meerderheid nodig in het parlement en moest de HDP koste wat het kost onder de hoge kiesdrempel van 10% worden gehouden.

Grimmig

Dat mislukte evenwel. Tijdens de verkiezingen van 7 juni verloor de AKP haar absolute meerderheid en kwam de HDP in het parlement met 80 zetels.

Omdat coalitie-onderhandelingen faalden, zit Turkije nu met een overgangsregering en komen er nieuwe verkiezingen op 1 november. De sfeer is er alleen maar grimmiger op geworden. Op de aanslag in Suruç volgden zware militaire confrontaties met de PKK. Op geen enkele ogenblik deed de regering moeite om het geweld te temperen. Integendeel.

Turkse vliegtuigen bombarderen nu al twee maanden PKK-stellingen in het Koerdisch-Iraakse Qandilgebergte, terwijl de AKP-tenoren geen kans onverlet laten om de HDP op een lijn te plaatsen met de 'terroristen' van de PKK. De AKP heeft tactisch gekozen voor een sfeer van escalerend geweld, in de hoop de verkiezingen te winnen. Verkiezingsmanifestaties van de HDP worden geregeld aangevallen. Verschillende Koerdische steden kwamen onder een militaire blokkade te liggen. In Cizre doodden het Turkse leger en politie 21 burgers.

Hoewel de PKK kort na de aanslag in Ankara een staakt-het-vuren afkondigde, reageerde de regering met nieuwe hevige bombardementen tegen de PKK - liever dan de hand uit te steken en het land te behoeden voor nog meer geweld.

Hoewel de regering zelf zegt dat de vermoedelijke daders achter de aanlagen in Ankara en eerder ook in Suruç (33 doden tijdens een solidariteitsmeeting van linkse Turkse en Koerdische jongeren op 5 augustus) bij de Islamitische Staat (IS) moeten worden gezocht, laat ze deze met rust en blijft een militaire campagne zoals tegen de PKK uit.

Politieke verontwaardiging

De eerste reacties van regeringsverantwoordelijken op de aanslag van Ankara waren ronduit beschamend. Verschillende regeringsleden lieten niet na om de HDP met de vinger te wijzen in plaats van mea culpa te slaan en sereniteit te betonen, uit respect voor de slachtoffers en hun familieleden. Sommige ministers suggereerden zelfs dat de bomaanslagen uitgevoerd konden zijn door Koerdische of linkse militanten met de bedoeling de electorale marktwaarde van HDP te doen stijgen. Dat leverde furieuze reacties op van HDP-leider Selahattin Demirtas die zei: 'De helft van de tijd steekt de premier in bedreigingen tegen mij, terwijl hij praat over een gebeurtenis waar 100 mensen hun leven verloren. Hoorden jullie een woord van veroordeling over ISIS? Neen!'

Maar de politieke verantwoordelijkheid ligt ook in het falen van de regering om de betogers de nodige bescherming te bieden. Verschillende getuigen wezen er op dat in de omgeving van de aanslag geen politie te bekennen was, terwijl op meetings van de AKP zware politiecontroles schering en inslag zijn. In plaats daarvan lieten ze de reddingsoperatie in chaos verzanden.

Ambulances kwamen veel te laat (het duurde bijna een uur) hoewel er verschillende ziekenhuizen in de buurt liggen. Ongeruste mensen die naar de plaats van het gebeuren wilden om te zoeken naar hun familieleden of kennissen werden met geweld uiteengedreven - daarbij werd zelfs traangas gebruikt. Ook werd de berichtgeving over de aanslag aan censuur onderworpen.

Het land ging drie dagen in rouw, er zijn nog enkele weken tot de verkiezingen. Wie ook achter de verschillende aanslagen en gewelddadige acties zit, de slachtoffers zijn bijna allemaal gevallen aan de kant van de Koerden en van links. De politieke verantwoordelijken doen verder alsof er niets aan de hand is.

Erdogan noch premier Ahmet Davotoglu zijn er de mannen naar die de eer aan zichzelf houden en afstand nemen van hun functie.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.