De Indische Oceaan, nieuw strijdtoneel?
10 minuten

Westerse mogendheden zijn op dit ogenblik zeer actief om hun militaire aanwezigheid in de Indische oceaan uit te bouwen. Wordt dat gebied gaande van Somalië, de Perzische Golf tot Indonesië, het strijdtoneel waar de heerschappij over onze wereld zal worden beslecht? Duidelijk is in elk geval dat deze regio steeds meer het nieuwe geostrategische centrum wordt van onze planeet. Door de economische opgang van China zijn de krachtsverhoudingen in de wereld grondig aan het wijzigen en krijgen de landen uit het Zuiden meer mogelijkheden om los te komen van de Westerse dominantie en om hun zelfstandigheid te vergroten.

Het Westers streven naar militaire superioriteit in dit gebied toont meteen ook de ware bedoelingen van de VS, met name hun poging om hun leiderschap te vrijwaren zodat de mondialisering ten dienste blijft van de Noord-Amerikaanse bedrijfswereld.
Wat we vaststellen is dat de krachtsverhoudingen op wereldvlak zeer turbulent zijn en dat de regio van de Indische Oceaan zich in het middelpunt van deze geopolitieke storm bevindt.

Belangrijke regio

Het gebied strekt zich uit van de Afrikaanse oostkust tot Zuid-Azië, de Perzische Golf, de toegang tot het Suez kanaal, de Rode Zee en de Middellandse Zee. Omdat 60 procent van de wereldbevolking in Azië leeft en omdat de Indische Oceaan de landen van Azië met elkaar en met de wereld verbindt, is deze regio wel echt cruciaal aan het worden. India en China vertegenwoordigen 40 procent van de wereldbevolking. Door hun economische groei wint deze zone van de Indische Oceaan economisch en strategisch enorm aan belang. Zeventig procent van de globale olietrafiek gebeurt via deze wereldzee. Dit percentage zal nog stijgen door de grote vraag naar grondstoffen van de Aziatische groeilanden. Het containervervoer tekent voor negentig procent van de wereldhandel, waarvan de helft via de Indische Oceaan verscheept wordt.

Men mag dus stellen dat de Indische Oceaan een bijzonder belangrijk strategisch centrum van de 21ste eeuw aan het worden is. Dit gebied is niet alleen een vitale doorgangsroute voor de wereldhandel van energiegrondstoffen tussen het Midden-Oosten en Azië, maar het is ook een belangrijke economische as die zich tussen China, Afrika en Latijns-Amerika aan het ontwikkelen is. Deze groeiende handelsbetrekkingen bieden het Zuiden de mogelijkheid om zich te bevrijden van de afhankelijkheid van het Westen. Dit is al duidelijk merkbaar in de handel tussen China en Afrika. Deze is nu twintig keer groter dan in 1997. De handel met Latijns-Amerika is in de voorbije decennia met 14 procent toegenomen. Ook India en Brazilië hebben hun handel met het zwarte continent vergroot. Er is een duidelijke groei merkbaar in de Zuid–Zuid investeringen.

Verbeterde betrekkingen tussen Afrika en China

In het verleden pleegde het Westen een ware rooftocht op de natuurlijke rijkdom van het zwarte continent, waardoor Afrika verhinderd werd om zich te ontwikkelen door het tevens met een zware buitenlandse schuld te belasten. China biedt hen betere voorwaarden en een eerlijker prijs voor hun grondstoffen. Peking investeert in het Zuiden om er een degelijke infrastructuur te ontwikkelen die haar de toegang verbetert tot de grondstoffen en die de landen moeten toelaten sociale programma’s aan de bevolking te bieden. Ook heeft Peking de schulden van de armste Afrikaanse landen kwijtgescholden. China wil zich ook niet bemoeien met het binnenlands beleid van zijn economische partners, dit in tegenstelling tot de Westerse politiek die allerlei voorwaarden oplegt en druk uitoefent om zo de Afrikaanse landen in haar neokoloniale greep te houden.

De Westerse landen worden geconfronteerd met een ernstige economische en financiële crisis, die ook haar gevolgen heeft voor China. Desondanks blijft de Chinese economie groeien omdat er ook werd ingezet op binnenlandse investeringen. In dergelijke omstandigheden is het normaal dat de Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen zich naar een sterkere economische handelspartner keren.

De economische Zuid–Zuid as, is een ware uitdaging voor de Westerse hegemonie. De opkomst van deze economische groeipolen wordt gekenmerkt door twee belangrijke kernpunten voor de Westerse en vooral Amerikaanse belangen. Vooreerst verkleint de invloedssfeer van de rijke industriële landen uit het Westen op het vlak van de grondstoffen. Daarnaast krijgt China toegang tot de nodige grondstoffen voor haar verdere economische expansie, wat haar de mogelijkheid verschaft om uit te groeien tot de sterkste economische macht. China wordt een felle concurrent van de VS voor de plaats van eerste wereldmacht.
Hierbij is de controle over de Indische Oceaan de kern van de geostrategische ontwikkelingen : voor de VS om hun plaats als eerste wereldmacht te vrijwaren, voor China om zijn aanvoerroutes te verzekeren.

De strijd tegen de Somalische piraterij is in dit scenario een prachtig voorwendsel dat de VS en de NAVO moet toelaten er hun strijdmacht te positioneren. Zo wordt het gebied onder Westerse curatele geplaatst. Op deze wijze wordt het probleem misbruikt om strategische belangen militair te onderbouwen.

Somalische piraterij

Gedurende meer dan twintig jaar heeft Somalië geen legitieme regering gekend. Grote Europese vissersvloten hebben daarvan geprofiteerd en vissen de wateren voor de kust leeg. Anderen hebben van de toestand gebruik gemaakt om er hun toxische afval te dumpen. De Somalische vissers werden aldus verhinderd om te werken en sommigen meenden dat ze om te overleven niet anders konden dan zich om te schakelen naar de piraterij. Wil men het probleem van de piraterij oplossen dan moet men het aanpakken bij de oorzaak en moet er terug een legitieme orde in Somalië bewerkstelligd worden. Wanneer men niets onderneemt in deze richting kan dit alleen maar leiden tot grotere problemen. Somalië is het historisch soennitisch islamitisch centrum van Oost-Afrika, van waaruit de islam verder kon uitdeinen over Afrika en het een grote invloed verwierf over religie en cultuur in diverse landen van het zwarte continent.

De foutieve politiek van de VS en hun bondgenoten tegen Somalië kan leiden tot ernstige en gevaarlijke toestanden in Oost-Afrika.

In het gebied van de Indische Oceaan strekt de invloed van de islam zich uit over Oost-Afrika, Indonesië, de Golfstaten tot Centraal-Azië. Vóór de opening van het Suez kanaal in 1869, domineerden vier grootmachten de regio: het Ottomaanse Turkse rijk, Perzië (Iran), het Mongoolse rijk en China. Door de handel via de Indische oceaan ontstonden contacten tussen moslims en andere volkeren, waardoor de islam zich verder kon verspreiden tot in China en een groot deel van India. De controle over de zeevaart verschoof later van de Britten naar de Noord-Amerikanen. Vandaag wordt de militaire westerse dominantie in de Indische oceaan door de economische opkomst van de Aziatische landen in vraag gesteld en wordt ze een theater voor de Chinees – Amerikaanse wedijver. De VS-economie bevindt zich in een neerwaartse trend, terwijl China een positieve economische groei blijft optekenen.

militaire component

Sommig waarnemers menen dat China haar belangenverdediging nog wel een tijd via 'soft power' (economische akkoorden en politieke invloed) zal kanaliseren, en de militaire aandacht voorlopig alleen op Taiwan zal blijven concentreren. Het Pentagon is met zijn militaire basissen in dit werelddeel sterk ingeplant: een grote basis in Okinawa (Japan), militaire akkoorden met de Filipijnen en goede betrekkingen met de legerleiding van Indonesië. De VS kunnen ook beschikken over hun militaire basis op het eiland Diego Garcia, van waaruit ze bepaalde militaire operaties voor hun oorlogen tegen Irak en Afghanistan uitvoeren.
China moet rekening houden met twee gevoelige knelpunten. Er is de Straat van Hormuz, die toegang verschaft tot de Perzische Golf en langs waar 20 procent van de Chinese olie-import per tankschip gebeurt. Het ander zwakke punt voor China is de Zeestraat van Malakka, de verbinding van de Indische en de Stille Oceaan, een zeer druk bevaren route voor goederen per tank- en containerschip en langs waar 80 procent van de Chinese olie-import verscheept wordt.

De VS zijn zoals we hierboven al hebben beschreven goed ingeplant in deze zone, wat hen de mogelijkheid biedt om deze nauwe zeestraat te controleren en mogelijk te blokkeren bij een eventueel conflict met China. Voor China zou dit echt rampzalig zijn. Dat is dan ook de reden waarom Peking druk in de weer is om haar energiebevoorrading te diversifiëren, door zich ook in Centraal-Azië te bevoorraden. Een gaspijplijn met Turkmenistan, via Oezbekistan en Kazachstan, is al operationeel en brengt het gas naar de Chinese provincie Xinjian. Tegen 2015 moet 40 miljard m³ gas per jaar door deze pijplijn stromen, dat is ongeveer de helft van het huidige gasverbruik in China. Verder is er ook al een pijplijn in gebruik die China verbindt met de gasvelden van Kazachstan. Ook met verschillende regeringen uit Zuid-Azie zijn er ver gevorderde onderhandelingen en akkoorden. Met Bangladesh is er een overeenkomst om het Chinese gas via haar haveninfrastructuur te verzekeren. Met Myanmar is er een principieel akkoord voor de aanleg van een energielijn voor olie en gas met een capaciteit van 12 miljard m³ gas per jaar.

Parelsnoer

Een ander onderdeel van de Chinese strategie is het zogenoemde 'parelsnoer' dat tot doel heeft om langs de kustlijnen van de Indische oceaan in bevriende landen diepzeehavens te bouwen, om zo over een autonome maritieme trafiek te beschikken, zoals het bouwen van een diepzeehaven in Gwador (Pakistan). Ook in Afrika wil China dergelijk havenfaciliteiten voor grote containerschepen bouwen, die de mogelijkheid moeten bieden om super grote schepen via de Indische oceaan en de Atlantische oceaan naar Latijns-Amerika te laten varen. Hierdoor wordt een belangrijke zeeroute ontwikkeld waarbij het niet langer nodig is om via Europa te transiteren. De containerschepen hebben dan in Afrika een goede verbinding naar de verschillende landen in Centraal- en Zuid-Amerika en Azië. Dit is voor Afrika zonder meer van groot belang om haar economische heropleving te stimuleren. Deze wijziging in de economische realiteit van onze planeet past niet in het denkpatroon van het industriële westen, dat steeds heeft gezocht eigen marionetten te creëren met regeringen die zijn belangen dienen. Het Westen blijft in semi-koloniale landen het leger opleiden om er indien nodig een militaire putsch te plegen mochten hun marionetten ongehoorzaam worden. Dit is wat eigenlijk in Honduras is gebeurd toen de president is afgezet door het leger, waarvan de officieren opgeleid waren in de Verenigde Staten. Een variante op deze politiek is collaborateurs opleiden met de hulp van de CIA om onder de mom van 'regime change' het land te destabiliseren.

Kortom het imperialisme berust in eerste instantie op een tweezijdige dominantie: economisch en politiek. De derde pijler, de militaire, wordt als een stok achter de deur gehouden en komt in actie als de andere twee gefaald hebben.

Een ander aspect van de Amerikaanse strategie voor de controle van de Indische oceaan is het aanwakkeren van de spanning tussen India en China. Deze techniek werd al in de jaren tachtig toegepast bij de oorlog tussen Irak en Iran. Wat India en China betreft wil men bereiken dat deze twee opkomende economische grootmachten van Azië door onderlinge economische en politieke strijd mekaar verzwakken om op die manier de Aziatische concurrentie voor de VS-economie uit te schakelen.

De ene speler is de andere niet

China heeft een vitale behoefte aan energiegrondstoffen. Daarom doen de VS alles wat in hun macht ligt om een dusdanige positie in te kunnen nemen dat ze ook meester zijn over de aanvoerroutes naar China. Dat is een van de redenen voor de Amerikaanse oorlog tegen Irak en Afghanistan. De VS hebben deze twee landen tot een puinhoop herschapen om er een volgzame regering te installeren, wat hen kennelijk niet volledig gelukt is. De regeringen van beide landen drijven immers handel met China. Chinese bedrijven hebben olie-concessierechten verworven in Irak. Peking heeft het bijgevolg niet nodig om miljarden dollars te spenderen aan een illegaal militair avontuur om zijn oliebevoorrading te verzekeren.

De Amerikaanse economie is gemilitariseerd. Volgens goed ingewijde bronnen gaat voor iedere door het federale budget uitgegeven dollar, zestig cent naar het militaire complex in al zijn vormen. Dit alles ten koste van de andere economische sectoren. De scholen, de hospitalen en sociale diensten verkeren in een deplorabele toestand. De militarisering van de economie heeft de VS met een enorme buitenlandse schuldenberg opgezadeld. Ze moeten voor het bekostigen van hun militaire avonturen geld gaan lenen bij buitenlandse crediteuren, onder andere China.

De Amerikaanse hegemonie loopt ten einde. De tijd dat de wereld door een supermacht alleen wordt beheerd is voorbij. Regionale economische blokken zijn aan het ontstaan, waarvan de Aziatische een sterke economische speler zal zijn. De vraag blijft of deze multipolaire wereld tot stand kan komen zonder militaire confrontaties.

 

Antoine Uytterhaeghe


Bronnen:

Mohamed Hassan, Océan Indien, ici se joue la grande bataille pour la domination mondiale
Robert Kaplan, Center Stage for the Twenty-first Century, The geography of China Power
Chalmer Johnson, No longer the lone superpower- coming to terms with China
Peter Fransen, Comment la Chine change le monde
Pepe Escobar, China plays Piplinestan
F. WilliamEngdahl, A Century of War, Anglo – American oil politics and the order
Patricia Risso, Merchants and faith – Muslim Commerce and Culture in the Indian Ocean et proces
 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.