Image
36004294585_748970f511_o
Discussietekst: anti-interventie manifest
Dossier
28 minuten

Als gevolg van de debacles in Afghanistan en Irak was de idee van militaire interventie wat in diskrediet geraakt. Beide oorlogen kosten handenvol geld, hebben heel veel slachtoffers gemaakt en kregen een falende staat als resultaat.

Maar door de oorlog in Libië kregen de voorstanders van interventie de wind opnieuw in de zeilen.i Het was blijkbaar mogelijk om op een korte tijd en met een beperkte militaire inzet een dictator ten val te brengen. Opvallend: zelfs in progressieve kringen was er begrip voor deze Navo-interventie. Zelfs nu we weten dat ze geleid heeft tot 50.000 slachtoffers, verwoeste steden, ongecontroleerde gewapende milities en een staat in ontbinding, aanvaardden velen de operatie in Libië als een verantwoord of zelfs noodzakelijk westers ingrijpen, dat de geschiedenisboeken kan ingaan als een korte, propere en geslaagde oorlog.

Vandaag klinkt de roep steeds luider om tussenbeide te komen in Syrië, en ook Iran ligt in het vizier. Staan we aan het begin van een nieuwe reeks buitenlandse interventies? Het argument daarvoor is dat de soevereiniteit van de betrokken landen niet absoluut is en niet langer geldt als er zware inbreuken worden gepleegd op de mensenrechten of het internationaal humanitair recht. Het is dan onze verantwoordelijkheid en plicht om tussenbeide te komen als er wreedheden worden begaan tegen een bevolking, zo luidt de redenering.

Les uit de geschiedenis

De Vrede van Westfalen (1648) moest een einde maken aan de voortdurende oorlogen in het Heilige Roomse Rijk, en voerde daarom het soevereiniteitsprincipe in: staten mochten zich bij hun internationale betrekkingen niet mengen in de interne aangelegenheden van andere staten. Net zomin als het Roomse Rijk was dit principe heilig. Het diende enkel voor intern Europees gebruik, want buiten haar grenzen bleef Europa oorlog voeren, om haar beschaving uit te dragen en heidenen te bekeren. De eerste 'humanitaire interventies' waren gericht tegen het Ottomaanse rijk.ii In de 19de eeuw grepen de Europese machten diverse keren in om christelijke minderheden te beschermen. Ze zagen het Ottomaanse rijk als een barbaarse entiteit, buiten de beschaafde wereld. Maar achter deze doctrine voor een rechtvaardige oorlog (ius ad bellum – het recht tot oorlog) schuilden economische belangen. Een laagje humanitair vernis moest de gruwel van de koloniale oorlogen aan het oog onttrekken. Leopold II verantwoordde zijn veroveringen vanuit de bekommernis om “de vlag van de beschaving te planten op Centraal- Afrikaanse bodem en te strijden tegen de slavenhandel”iii

Om een einde te maken aan de verschrikking van de kolonisatie en aan de ‘gesel van oorlog’iv werden de Verenigde Naties opgericht en het internationaal recht op punt gesteld.v Volgens het Charter van Nürnberg (1945) is een agressieoorlog tegen een ander land “de opperste internationale misdaad” die “alle andere misdaden in zicht draagt”.vi Het begrip soevereiniteit werd verankerd in het Handvest van de VN. Het is een essentieel en centraal begrip waar enkel heel uitzonderlijk aan geraakt kan worden.vii Begrijpelijkerwijze zijn het de landen uit het Zuiden die zeer veel belang hechten aan het soevereiniteitsbeginsel. Zij hebben immers decennialang aan den lijve ondervonden wat het betekent om je soevereiniteit kwijt te spelen, en ook vandaag zij zijn er het meest kwetsbaar voor.

Nieuwe context

De laatste twintig jaar is het geopolitieke landschap ingrijpend gewijzigd. Door de val van de Sovjetunie bleven de VS als enige grootmacht over, en dat willen ze zo houden. Om die alleenheerschappij veilig te stellen zou Washington voortaan alles in het werk stellen om de opkomst van elke mogelijke rivaal te verhinderen.viii

Het is in deze context dat de Navo zijn strategisch concept drastisch heeft gewijzigd. Tijdens de Koude Oorlog was het transatlantisch bondgenootschap formeel een collectieve defensie-alliantie, gericht op de indamming van de invloed van het Sovjetblok – ook al zag het Warschaupact het levenslicht pas vijf jaar na de Navo. In november 1991 nam de Navo een nieuw strategisch concept aan.ix Dat was het startschot voor de geleidelijke omvorming van het bondgenootschap tot een offensieve interventiemacht ‘out of area’. Na 11 september 2001 werd de Navo omgevormd tot een heuse mondiale militaire organisatie, die meer en meer de rol van wereldgendarme op zich nam. Met de VN als het kon, zonder als het moest.x De oorlog tegen Afghanistan werd als de eerste 'test case' gezien voor deze nieuwe rol.xi

Europa haakt zijn wagon in grote mate vast aan de Navo-locomotief. In het Verdrag van Lissabon (2007) – zowat de grondwet van de EU – wordt de Navo aangeduid als het ultieme orgaan dat instaat voor de veiligheid: ‘De verbintenissen en de samenwerking op dit gebied [bedoeld wordt defensie, n.v.d.a.] blijven in overeenstemming met de in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie aangegane verbintenissen, die voor de lidstaten die er lid van zijn, de grondslag en het instrument van hun collectieve defensie blijft.’xii De Navo wordt m.a.w. het centraal instrument voor militaire overheersing, en Europa wordt meegesleurd in die offensieve interventielogica.

In diezelfde periode zien we ook de geleidelijke opkomst van de zogenaamde groeilanden, o.a. China, India, Brazilië en Zuid-Afrika. Deze landen worden steeds actiever in de voormalige invloedssferen van de VS en hun Europese bondgenoten: Azië, Afrika en Latijns-Amerika. De Noord-Zuidverhoudingen kantelen. In 2000 was het Noorden nog goed voor 63% van de wereldeconomie. In 2013 zal dat nog 50% en tegen 2030 kan dat gedaald zijn tot 33%.xiii Daardoor dreigt het Noorden zijn greep te verliezen op het Zuiden.

Een breder en proactiever militair netwerk

De laatste tien jaar voeren de VS hun militaire aanwezigheid wereldwijd op, met momenteel meer dan 700 militaire basissen of faciliteiten in het buitenland.xiv In Latijns-Amerika maakten ze de Vierde Vloot na zestig jaar opnieuw operationeel. De CIA was rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken bij de staatsgrepen in Venezuela (2002) en Honduras (2009).xv In 2008 creëerde het Pentagon Africom, een nieuw militair commando om alle operaties op het Afrikaanse continent te coördineren. De VS houden geregeld militaire oefeningen met minstens 17 Afrikaanse landen en leiden militairen opin 34 van de 54 Afrikaanse landen.xvi In Azië zijn de VS op militair vlak actiever dan ooit. In 2006 hielden ze in de regio van de Stille Oceaan de grootste militaire oefening sedert de oorlog met Vietnam. Het Pentagon houdt 60% van zijn marinevloot en 300.000 mariniers geconcentreerd in die regio. En uiteraard worden ook in het Midden-Oosten de militaire inspanningen en aanwezigheid van de VS gevoelig verhoogd.xvii

Ook de Europese landen laten zich niet onbetuigd. De oorlog in Libië kwam er vooral onder impuls van Frankrijk en Groot-Brittannië. Twaalf Europese landen namen eraan deel. In 2011 waren Franse troepen actief in Ivoorkust, Libië en Somalië. Ook België doet zijn duit in het zakje. De defensieve taken van het leger worden afgeslankt, om des te meer militair te kunnen interveniëren in het buitenland.xviii Op het budget van defensie wordt in de komende drie jaar acht keer minder bespaard dan op dat van ontwikkelingshulp.xix

De militaire interventies zijn wel van karakter veranderd. De lessen uit de mislukkingen in Afghanistan en Irak indachtig, worden nu meer nieuwere methodes gebruikt, zoals het inzetten van onbemande vliegtuigen ('drones') en het werken met onderaanneming (lokale milities, bevriende legers en privéfirma’s). Dit werd voor het eerst succesvol uitgeprobeerd in Libië. Deze ‘interventie light’ formule is veel goedkoper. De inzet van eigen troepen wordt beperkt tot speciale eenheden, die clandenstien opereren. Onder 'onze jongens' vallen minder of geen slachtoffers, waardoor de publieke opinie zich gemakkelijker achter dat soort operaties schaart – of er niets over weet. Westerse defensiekringen zien deze 'light' versie als een efficiënte methode om regimewissels door te voeren, ook in tijden van economische crisis.xx


R2P

Het is niet toevallig tegen deze achtergrond dat de discussie over ‘humanitaire interventie’ een nieuw élan kreeg. De westerse mogendheden zochten immers een nieuwe legitimering voor hun interventionisme. In 1999 lanceerde Tony Blair in zijn 'doctrine of the international community' een nieuw concept van een ‘just war’, een gerechtvaardigde oorlog: geen oorlog om territoriale redenen maar op basis van morele waarden.

In 2000 kondigde de Canadese premier Crétien de oprichting aan van een ‘International Commission on Intervention and State Soevereignity’ (ICISS). Dat produceerde een rapport dat als basis diende voor het debat over 'Responsibility to Protect' (R2P) binnen de VN. Het introduceert drie basisprincipes van internationale verantwoordelijkheid:

  • De 'responsibility to prevent': zowel de directe als indirecte oorzaken van interne conflicten die de bevolking in gevaar brengen aan de kaak stellen en trachten te voorkomen.

  • De 'responsibility to react': reageren op situaties van dwingende menselijke noden met passende maatregelen. Die kunnen bestaan uit dwangmaatregelen, zoals sancties en internationale vervolging, en in extreme gevallen uit militaire interventie.

  • De 'responsibility to rebuild': na een militaire interventie volledige assistentie bieden bij heropbouw, herstel en verzoening.

Op de 60ste conferentie van de VN, in 2005, werd het principe van R2P aanvaard.xxi De VN-Veiligheidsraad bevestigde in 2006 met resolutie S/RES/1674 dat militaire 'humanitaire' interventies onder bepaalde voorwaarden voortaan als een legitieme vorm van gewapend optreden konden worden gezien.xxii

Hoewel het concept van de verantwoordelijkheid om te beschermen oorspronkelijk breed en ook voorzichtig werd ingevuld, verengen de meeste westerse politici en militaire bondgenootschappen R2P graag tot een militaire interventieplicht. Nochtans legt R2P heel erg de nadruk op het belang van geweldpreventie. Als het Westen wapens levert of een handelsbeleid voert ten koste van lokale ontwikkeling, dan gaat dit in tégen het eerste principe van R2P, namelijk de 'verantwoordelijkheid om te vermijden'. Maar van het drieledig concept van R2P is het luik 'conflictpreventie' het meest verwaarloosde. In Navo-kringen maakt conflictpreventie in brede zin al gauw plaats voor crisismanagement in enge zin. Of erger: voor preventieve oorlogvoering en voor 'pre-emptive strikes'.

Vooraleer er sprake kan zijn van de noodzaak voor een dwingend militair optreden, moeten eerst alle diplomatieke, humanitaire en andere vreedzame middelen worden aangewend. Ten aanzien van Libië waren die vreedzame middelen volgens prominente Afrikaanse leiders alvast lang niet uitgeput. De Afrikaanse Unie wilde bemiddelen tussen regime en rebellen, maar kreeg er de kans niet toe: de Navo-bombardementen “ondermijnden het initiatief van de AU om met de Libische zaak om te gaan”, klaagde de Zuid-Afrikaanse president Zuma.

Tot slot is R2P enkel van toepassing op feiten die voldoende ernstig zijn: genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid. Een verandering van regime of een veronderstelde aankomende genocide, zoals beweerd werd voor de Libische stad Bengazi, vallen dus niet onder R2P.

Maar zelfs met deze restrictieve invulling van het R2P-concept was het wantrouwen groot van bij het begin, vooral bij landen uit het Zuiden. Al op de 'Zuidtop' in het Cubaanse Havana, in april 2000, verwierpen de niet-gebonden landen unaniem het humanitair interventierecht. De Nicaraguaanse ex-minister Miguel d’Escoto, toenmalig voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN, was fel gekant tegen de R2P. Volgens hem “legitimeert het willekeurige en selectieve interventies tegen zwakke staten”.xxiii De R2P doet ook sterk denken aan het systeem van proctectoraten dat gangbaar was tussen de twee wereldoorlogen. Landen werden gedegradeerd tot semi-kolonies onder de supervisie van de Volkenbond, de voorloper van de VN. Op die manier verdeelden Frankrijk en Groot-Brittannië grote delen van het Midden-Oosten onder elkaar, toevallig de regio waar de grootste olievoorraden lagen. Volgens Noam Chomsky is het met het type argumenten van R2P dat Japan zijn invasie legitimeerde in Mantsjoerije (1931) en Duitsland zijn invasie in Tsjechoslovakije (1939).xxiv


Problemen met R2P

1. Problemen met de actor: de pyromaan als brandweer?

Een van de hoofdproblemen bij humanitaire interventies is de kwestie wie tussenbeide komt. In de praktijk blijken vooral de Navo, de Verenigde Staten en andere westerse grootmachten voldoende gewapend om een militaire interventie op gang te trekken of te leiden. Maar als het gaat over humanitaire interventies is het Westen eerder een deel van het probleem dan van de oplossing. Een pyromaan vragen om een brand te blussen is niet zo’n best idee. Hoe goed zijn de westerse landen geplaatst om gewapende conflicten te ontmijnen, als zijzelf verantwoordelijk zijn voor tweederde van de militaire uitgaven in de wereld? Hoe geloofwaardig is hun vredeswil, als zijzelf als enige landen ter wereld de laatste twintig jaar oorlogen hebben gevoerd buiten hun grenzen (Joegoslavië, Irak, Afghanistan, Libië,...)xxv?

In de oorlog tegen Libië nam de Navo het voortouw om de burgers te beschermen tegen het regime van Khaddafi. Maar in naam van het voorkomen van burgerslachtoffers vonden in de Libië-oorlog uiteindelijk tussen 30 en 50.000 mensen de dood. De stad Sirte werd zwaar verwoest en de door de Navo gesteunde rebellen maakten zich schuldig aan oorlogsmisdaden. Het is niet de eerste keer dat de Navo op die manier haar 'verantwoordelijkheid' neemt. Ook haar oorlog om Kosovo voerde ze voor “democratie, mensenrechten en de rechtsstaat’.xxvi Amnesty International meldde daarover dat “Navo-troepen op ernstige wijze de regels van het oorlogsrecht schonden, wat in een aantal gevallen leidde tot het wederrechtelijk doden van burgers”.xxvii Ook in Afghanistan zijn al duizenden burgers omgekomen als gevolg van Navo- en VS-luchtbombardementen. Voorstanders van humanitaire interventies moesten er maar eens over nadenken dat ze met dat standpunt in de feiten eigenlijk meehelpen om de militaire machines van de VS en de Navo te onderhouden of zelfs uit te bouwen.

Diezelfde voorstanders stellen dat militaire tussenkomsten om humanitaire redenen gebeuren met goedkeuring van “de internationale gemeenschap”, waarmee ze bedoelen: met een mandaat van de Veiligheidsraad van de VN. Dat klopt in de meeste gevallen, hoewel de oorlog tegen Irak aantoont dat er zo nodig ook zonder mandaat wordt opgetreden (met een 'coalition of the willing'), en die tegen Afghanistan dat een mandaat ook nog post factum kan worden verleend.xxviii Daarnaast is de Veiligheidsraad allesbehalve representatief of democratisch. Geen enkel Afrikaans of Latijns-Amerikaans land is er permanent in vertegenwoordigd, evenmin als India, waar een zesde van de wereldbevolking leeft. Daarenboven hebben de vijf permanente leden een vetorecht, wat je bezwaarlijk democratisch kan noemen. Is die fameuze “internationale gemeenschap” niet eerder een concept dat de VS en hun bondgenoten gebruiken als ze het over zichzelf hebben, en over al wie het in een gegeven kwestie en op een bepaald moment met hen eens is?

Een ander probleem is dat de kwestie van militair interveniëren noodzakelijk een machtsgebonden concept is. De R2P-logica herleidt de mensen die er het voorwerp van zijn tot slachtoffers en alleen maar dat, en maakt de uitvoerders actiehelden. Het zijn zwakke staten die het voorwerp van R2P zijn, terwijl machtige staten ervan zijn vrijgesteld. Volgens het R2P-model had de agressie-oorlog van de VS en bondgenoten tegen Irak (2003) beantwoord moeten worden met een optreden van 'de internationale gemeenschap' om de burgers van Irak te beschermen, bijvoorbeeld in de dichtbevolkte stad Fallujah, waar in 2004 duizenden burgers omkwamen en waar de VS fosforbommen inzette.xxix De machtspositie van de VS maakt evenwel dat er van enige internationale actie tegen zulke gruwelijke praktijken geen sprake kan zijn.

2. Problemen met de intenties: nobele motieven versus geopolitiek

Het lijkt erop dat het Westen, onder aanvoering van de VS, de verloren economische en politieke invloed probeert te compenseren met militaire macht. Om de publieke opinie achter zich te krijgen is het nodig om deze rauwe realpolitiek te maskeren met nobele motieven. Nieuw is dat niet. De kolonisatie gebeurde om “de wilden te evangeliseren” of “de slavernij af te schaffen”. Op dezelfde manier worden vandaag democratie, mensenrechten of humanitaire noden gebruikt om machtsaanspraken en geostrategische belangen te verdoezelen.

Dat gebeurt ook op een erg selectieve manier. Wereldwijd zijn er minstens veertig ernstige conflicten aan de gang, waarbij heel wat doden vallen.xxx Vele halen niet eens het nieuws, want dat focust op conflicten die voor het Westen belangrijk zijn, en die worden dan vaak nog uitvergroot. Zo is er bijvoorbeeld nooit een roep geweest voor een militaire tussenkomst in de bijzonder gewelddadige conflicten in Kashmir, Sri Lanka of Israël.

De motieven waarom mensen humanitaire interventies goedkeuren zijn in de regel oprecht. Maar die interventies vinden onveranderlijk plaats binnen het gegeven geostrategisch kader, en dat is erop gericht om de dominante positie van het Noorden te vrijwaren en het Zuiden te blijven overheersen, op economisch, politiek, cultureel of militair vlak. Het Zuiden moest en moet een bron van rijkdom blijven voor het Noorden. In dit grof spel tussen de grootmachten is er weinig of geen plaats voor waarden of idealen.xxxi

 

Keuren jullie het goed, wij doen de rest”

Het is niet de man/vrouw in de straat die beslist waar, wanneer, waarom, hoe en door wie wordt tussengekomen, maar legerbevelhebbers en oorlogvoerende regeringen, op basis van economische en geostrategische belangen. En daar hebben verdedigers van mensenrechten geen vat op. Met betrekking tot Libië gaf een deel van de publieke opinie groen licht aan de VN om de Libische burgers te beschermen – wat zich in het Belgisch parlement vertaalde in een nooit geziene consensus voor een militaire interventie. Maar de interventie werd gebruikt om Khadafi uit te schakelen en een regimewissel door te voeren, wat VN-resolutie 1973 ver te buiten ging.

In Rwanda in 1994 liep het anders. Daar verwachtte iedereen een snelle tussenkomst om de genocide te stoppen. In plaats daarvan werden de aanwezige blauwhelmen teruggetrokken en kwamen de Fransen pas tussenbeide toen bleek dat de genocidairs aan de verliezende hand waren, om hen een vrijgeleide te geven naar Oost-Congo. Ondertussen waren er honderdduizenden doden gevallen.xxxii Dus: eens een principiële goedkeuring van (een deel van) de (gemanipuleerde of gefabriceerde) publieke opinie verkregen is, beslissen regerings- en legerleiders over al de rest.

 

Democratische bezorgdheid?

Veel mensen keuren een interventie om humanitaire redenen goed omdat ze ervan uitgaan dat de Westerse overheden bezorgd zouden zijn om democratie en mensenrechten in de wereld. De geschiedenis leert echter dat dit niet het geval is. Zouden de Westerse legers in Irak of Libië zijn tussengekomen als er geen petroleum in de ondergrond zou zitten? Als de buitenlandse politiek van het Westen gedreven was door humanitaire motieven, hoe verklaar je dan dat het Westen de dictator Mobutu in het zadel heeft geholpen, zijn troepen heeft getraind en hem decennialang heeft gesteund en gefinancierd? Hoe verklaar je dan de tientallen miljoen liter ontbladeringsmiddel Agent Orange die VS-vliegtuigen over de Vietnamese bevolking uitstrooiden, met een half miljoen doden en een veelvoud verminkten voor gevolg, waarvoor nog steeds geen schadevergoeding is uitgekeerd? En, omgekeerd, waarom was er geen sprake van een humanitaire interventie ten voordele van de Palestijnen in Gaza tijdens de Israëlische aanvalsoorlog 'Gegoten Lood' in 2008-2009, of tijdens de Israëlische inval in Libanon in 2006?

Hoe combineer je een democratisch discours met het feit dat het Westen elders de meeste retrograde regimes steunt (Saoedi-Arabië en de Golfstaten), de democratisch verkozen leiders in de Gazastrook niet erkent, Israël “de enige democratie in het Midden-Oosten” noemt en de ondemocratische VN-Veiligheidsraad verkiest boven de democratische Algemene Vergadering?

Oorlog tegen crisis?

Bewapening en oorlog zijn gunstig of soms zelfs nodig voor economische groei, zeker in tijden van crisis. “Hoe onmenselijk het ook moge klinken: voor de wereldeconomie is 'een heel klein beetje oorlog' nu de beste oplossing.” Aldus Peter Vanden Houte, chief economist bij ING, n.a.v. de oorlog tegen Afghanistan. “Een oorlog met 'gunstige' afloop betekent ook lagere olieprijzen, een lagere rente en hogere beurskoersen.”xxxiii Een oorlog is een drastische ‘oplossing’ voor het wegwerken van overproductie in een dolgedraaide kapitalistische economie. Daarnaast is de hegemonie van de dollar in de internationale handel gebaseerd op en beschermd door de militaire macht van Washington. Ten derde wordt de militaire kaart ook getrokken voor de bescherming van de investeringen en handel van de eigen multinationals in de eigen achtertuin. Verder zijn er nog de machtige wapenlobby’s, die een grote greep hebben op regeringen en media. President Eisenhower waarschuwde reeds in 1961 voor de almacht van het 'militair-industrieel complex'. En tenslotte is oorlog een ideale bliksemafleider. Toen Sarkozy ten oorlog trok tegen Libië stond hij op een dieptepunt in de peilingen.xxxiv Idem voor Bush bij het begin van de oorlogen tegen Afghanistan en Irak.xxxv

 

3. Het probleem van het laatste redmiddel

Vaak wordt gepleit voor een humanitaire interventie omdat alle andere middelen gefaald hebben. Maar vaak is de realiteit dat het Westen een onderhandelde oplossing juist dwarsboomt of minstens onvoldoende kans geeft. Dat was het geval met de inval van Irak in Koeweit in 1990-1991, met het conflict in Somalië in 1992-1993, met het conflict in Joegoslavië in 1996-1999, en recent – dat zeiden we hoger al - tijdens de rebellie in Libië.xxxvi Het Westen wakkert in sommige gevallen conflicten zelfs aan door een van de strijdende partijen te bewapenen, te trainen en te financieren. Dat was o.a. het geval in Cuba, Angola, Afghanistan, Nicaragua, Kosovo, Bosnië, Libië en Syrië.

 

4. Het probleem van effectiviteit: militair optreden is contraproductief

Er zijn tenslotte nog andere belangrijke argumenten die tegen interventie pleiten, en draaien rond de vraag hoe effectief een militaire interventie is. Ten eerste. Militair interveniëren brengt vaak een grote menselijke en materiële kost met zich mee. Grote interventies zoals in Afghanistan (Sovjet-Unie), Somalië (VS), Kosovo (Navo), Afghanistan (VS/Navo), Irak (VS), Libië (Navo) zijn in humanitair opzicht rampzalig gebleken.

Ten tweede. Militair interveniëren maakt de gewapende partijen in een conflict sterker ten koste van de geweldloze politieke krachten, zoals we hebben kunnen zien in Kosovo en Libië. Achteraf blijkt dat deze gewapende groepen het recht in eigen hand durven nemen en niet gemakkelijk meer te ontwapenen zijn.

Ten derde. Elke militaire tussenkomst zet andere potentiële kandidaten aan om zich extra te bewapenen, bijvoorbeeld met massavernietigingswapens. Dan zijn ze tenminste gerust dat ze in de toekomst niet zullen aangevallen worden. Op die manier is elke nieuwe interventie onbedoeld een stimulans voor een bewapeningsloop. Dat maakt de wereld er niet echt veiliger op. De eventuele kortetermijn winst wordt teniet gedaan door de langetermijn gevolgen.

Ten vierde geldt dat ook voor de economische effecten die elke militaire interventie met zich teweegbrengt. Geld kan maar een keer uitgegeven worden. Het belastingsgeld dat gespendeerd wordt aan bewapening en oorlogsvoering kan veel beter ingezet worden op tewerkstelling of besteed worden aan sociale noden hier. Nobelprijswinnaar Stiglitz heeft berekend dat alleen al de oorlog tegen Irak de VS economie zo’n 3.000 miljard dollar heeft gekost. Met dat bedrag had men tien miljoen jobs kunnen creëren en de werkloosheid zo goed als kunnen oplossen.xxxvii

Ten vijfde. Militarisering en oorlogsvoering verhogen de instabiliteit en onveiligheid wereldwijd. Ook bij ons. Een gewapend conflict doet meestal een massale vluchtelingenstroom ontstaan en maakt de betrokken landen meer vatbaar voor vergeldingsmaatregelen en terroristische aanslagen.

Tot slot. Een militaire interventie is zelden in staat om de oorzaken van het conflict weg te nemen in geval van bijvoorbeeld burgeroorlogen. Veel van deze oorlogen zijn een gevolg van armoede en/of grote sociaaleconomische ongelijkheid. De middelen die men inzet voor een militaire interventie kunnen in sommige gevallen volstaan om een ontwikkelingspolitiek te voeren die op termijn een vorm van geweldpreventie kunnen blijken te zijn.


 

Welk alternatief?

Wij maken ons ernstige zorgen over de huidige gang van zaken, waarbij het Westen steeds gemakkelijker grijpt naar het interventiewapen. In handen van de westerse landen verwordt de 'verantwoordelijkheid om te beschermen' al snel tot de 'onverantwoordelijkheid om oorlog te voeren'. De Navo is stap voor stap verder omgevormd tot een militaire machine voor interventies ver buiten de grenzen van het eigen verdragsgebied. De organisatie werpt zich op tot politieman van de VN, van de “internationale gemeenschap” en doet dienst als “gereedschapskist” voor militair ingrijpen à la carte, volgens de belangen van het Westen.

Het kleine België is een al te enthousiaste gangmaker van deze gevaarlijke rol van de Navo. België leent zijn grondgebied voor het politieke en militaire hoofdkwartier van de Navo. Het levert op eenvoudig verzoek menselijke en materiële middelen en vrije doorgang voor Navo-interventies, waar en tegen wie dan ook. Deze verontrustende trend moet gekeerd worden.

De wereld mag niet terugkeren naar de situatie van vóór de Tweede Wereldoorlog, waar het internationaal recht een vodje papier was, met de gekende gevolgen. De soevereiniteit van de landen van het Zuiden is duur bevochten. Het kan niet de bedoeling zijn om de – al dan niet gefundeerde - ontevredenheid van (delen van) de bevolking te gebruiken om zwakke landen te destabiliseren of binnen te vallen en zo de internationale orde te ondermijnen. We kunnen niet toelaten dat het Westen zijn tanende macht wereldwijd tracht te compenseren met militaire inmenging om de eigen belangen door te drukken. En nog minder dat het dit voorstelt als een humanitaire missie. Daarom verwerpen wij alle huidige en toekomstige militaire interventies door het Westen.

Dit is geen pleidooi voor passiviteit. Maar de eerste actie die het Westen kan en moet doen, is het toepassen van het 'first do no harm'-principe: gewoon al proberen het aandeel van het Westen in de conflicten in het Zuiden ter vermijden, zou al een belangrijke stap voorwaarts zijn in het oplossen ervan. Maar in bepaalde gevallen moet er ook méér gebeuren. Daarvoor bestaat al een heel arsenaal aan mogelijkheden voor conflictpreventie en vredesopbouw: rechtstreekse en onrechtstreekse onderhandelingen, bemiddeling door derden, sturen van waarnemers, diplomatieke erkenning, financiële steun, stoppen van wapenleveringen, steun aan slachtoffers, enz. Bovendien worden regionale conflicten ook best regionaal opgelost, ver weg van het geopolitieke krachtenveld.

Onze oproep voor niet-interventie staat niet op zichzelf maar vormt een onderdeel van een ruimer pakket van eisen en voorstellen. Duurzame vrede kan enkel bereikt worden door de armoede aan te pakken, de historische onrechtvaardigheden tegen verdrukte volkeren ongedaan te maken en door de volkeren het recht te geven om hun eigen koers te varen. Daarom:

  • pleiten we voor een rechtvaardige economische orde met eerlijke handelsverhoudingen;

  • steunen we de nationale, democratische en sociale rechten van de bevolking in andere landen, en willen we dat onze regering een buitenlandse politiek voert die de soevereiniteit van de landen en de volkeren versterkt;

  • verwerpen we de ondermijning van de soevereiniteit van de landen

  • pleiten we voor ontwapening, voor het sluiten van overzeese militaire bases, voor het verbod op offensieve interventiewapens en voor een beperking van de wapenhandel op basis van duidelijke criteria;

  • pleiten we voor de ontbinding van de Navo, aangezien deze militaire alliantie een offensieve interventiemacht is geworden;

  • pleiten we voor een grondige hervorming van de VN, met de afschaffing van de Veiligheidsraad in zijn huidige vorm;

  • vragen we een actieve vredespolitiek, gebaseerd op internationale samenwerking.

Eindnoten

i‘In 2005, the United Nations approved a new doctrine called the “responsibility to protect,” nicknamed R2P, declaring that world powers have the right and obligation to intervene when a dictator devours his people. The Libyan intervention is putting teeth into that fledgling concept.’
Kristof N., ‘Hugs From Libyans’, The New York Times, 23 maart 2011, http://www.nytimes.com/2011/03/24/opinion/24kristof.html.

ii Rodogno, D. Against Massacre. Humanitarian Interventions in the Ottoman Empire 1815 – 1914. New Jersey, Princeton University Press, 2012

iii Léopold II, ‘Discours d'ouverture de la Conférence de géographie de Bruxelles,’ 1876, http://www.ph-ludwigsburg.de/html/2b-frnz-s-01/overmann/baf4/colonisation/justificationsdelacolonisation.html.

iv ‘To save succeeding generations from the scourge of war’, Charter of the United Nations, 1945, Preamble, http://www.un.org/en/documents/charter/chapter1.shtml.

v In het charter van de VN vind je dat onder artikels 2.4 en 2.7.
Artikel 2.4: ‘All Members shall refrain in their international relations from the threat or use of force against the territorial integrity or political independence of any state, or in any other manner inconsistent with the Purposes of the United Nations.’
Artikel 2.7: ‘Nothing contained in the present Charter shall authorize the United Nations to intervene in matters which are essentially within the domestic jurisdiction of any state or shall require the Members to submit such matters to settlement under the present Charter; but this principle shall not prejudice the application of enforcement measures under Chapter Vll.’ Charter of the United Nations, Ibid.

vi “To initiate a war of aggression . . . is not only an international crime; it is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.” http://www.un.org/icc/crimes.htm.

vii In 2005 werd het zogenaamd ‘Responsibility to protect’ (R2P) aangenomen. De internationale gemeenschap kan tussenbeide komen om vier ernstige misdaden te voorkomen: genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en etnische zuivering. http://www.responsibilitytoprotect.org/index.php?option=com_content&view=article&id=398.

viii Dit blijkt heel duidelijk uit een gelekte paper van het Pentagon van 1992, het jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. ‘Our first objective is to prevent the re-emergence of a new rival, either on the territory of the former Soviet Union or elsewhere, that poses a threat on the order of that posed formerly by the Soviet Union. This is a dominant consideration underlying the new regional defense strategy and requires that we endeavor to prevent any hostile power from dominating a region whose resources would, under consolidated control, be sufficient to general global power.’ The Washington Post, 11 maart 1992, www.yale.edu/strattech/92dpg.html. Het gaat hier over de ‘Defense Planning Guidance’van het Pentagon.

ix NATO, ‘Declaration on Peace and Cooperation’, 8 november 1991,http://www.nato.int/cps/en/natolive/official_texts_23846.htm?selectedLocale=en.

x De Brabander L., ‘De Navo, een instrument voor geostrategische belangen’, 16 januari 2011,http://www.vrede.be/dossiers/65-bewapening-en-militarisering/2062-de-navo-instrument-voor-geostrategische-belangen; Vredesactie, Humanitaire militaire interventie als noodoplossing?, http://www.vredesactie.be/html/interventiebrochure.htm.

xi ‘In 2003 NATO embarked on its first truly out-of-area mission in Afghanistan. In 2004 NATO took on an additional out of area mission training Iraqi troops in Iraq and other countries in the region. These missions raise important questions that impact on the future direction of the Alliance and its role in providing stability beyond the borders of its members. The mission in Afghanistan in particular presents a test case for the Alliance's capabilities.’ NATO, ‘168 Dsc 05 E - Nato's out-of-area operations’, 2005, http://www.nato-pa.int/default.asp?SHORTCUT=670.

xii Verdrag van Lissabon, 17 december 2007, Afdeling 2, 49c, http://bookshop.europa.eu/is-bin/INTERSHOP.enfinity/WFS/EU-Bookshop-Site/nl_NL/-/EUR/ViewPublication-Start?PublicationKey=FXAC07306. Het geldt voor die landen die lid zijn van de NAVO (dat is voor 21 van de 27 het geval), daarnaast hebben vier andere landen een partnerschap met de NAVO en twee andere EU-landen zijn kandidaat NAVO-lid.

xiii The Economist, Special Report, The World Economy, 24 september 2011, p. 4; Subramanian A., Eclipse. Living in the Shadow of China’s Economic Dominance, Washington 2011, p. 84.

xiv Financial Times, 5 december 2011, p. 8.

xv Rozoff R.,’US, NATO Target Latin America. Rumors Of Coups And War’, 18 november 2009, http://www.rense.com/general88/usnato.htm; Tokatlian J., ‘A View from Latin America’, in Roett R. & Paz G. (ed.), China’s Expansion into the Western Hemisphere, Washington 2008, 59-89, p. 64 en 68.

xvi Green H., ‘Africa: NATO, AFRICOM And The New White Man's Burden’, 11 november 2011, http://globalresearch.ca/index.php?context=va&aid=27607; ‘US expands military presence in Africa’, 26 september 2011, http://www.afrol.com/articles/14269; Volman D., ‘AFRICOM: The New U.S. Military Command for Africa’, juni 2008, http://concernedafricascholars.org/african-security-research-project/?p=12; Peck J., ‘Remilitarizing Africa for Corporate Profit’, ZMagazine, Oktober 2000, http://www.zcommunications.org/remilitarizing-africa-for-corporate-profit-by-john-e-peck. Voor wat betreft de aanwezigheid in Somalië: ‘France to support Kenya's incursion into Somalia’, 25 oktober 2011, http://www.bbc.co.uk/news/world-africa-15446110; ‘Kenya Says Western Nations Join Fight in Somalia, as U.S. Denies Role’, 24 oktober 2011, http://www.nytimes.com/2011/10/24/world/africa/kenya-says-western-nations-have-joined-somalia-fight.html

xvii ‘U.S. Military Exercise in Pacific Concludes’, 23 juni 2006, http://www.foxnews.com/story/0,2933,200716,00.html; ‘Pacific’s Top Officer Details Asia Strategy (Navytimes)’, 14 november 2011, http://maritimesecurity.asia/free-2/u-s-pacific-command/pacific%E2%80%99s-top-officer-details-asia-strategy-navytimes/; Rozoff R., ‘U.S. Marshals Military Might To Challenge Asian Century’, 21 augustus 2010, http://rickrozoff.wordpress.com/tag/u-s-pacific-command/; ‘China's world order. Aphorisms and suspicions’, The Economist, 19 november 2005, p. 21-3; ‘A U.S. Marine Base for Australia Irritates China’, 16 november 2011, http://www.nytimes.com/2011/11/17/world/asia/obama-and-gillard-expand-us-australia-military-ties.html?pagewanted=all; ‘US to bolster GCC military presence’, 31 oktober 2011, http://www.emirates247.com/news/world/us-to-bolster-gcc-military-presence-2011-10-31-1.426248; ‘US weighs options for containing a nuclear Iran’, Financial Times, 11 november 2011, p. 6;Kuwaiti emir calls for crackdown on protests’, Financial Times, 18 november 2011, p. 3.

xviii ‘De focus werd eindelijk resoluut gelegd op de kerntaak van Defensie: Het voeren van operaties voor vrede en veiligheid. De vraag om verantwoordelijkheid op te nemen door een grotere deelname aan internationale operaties kon in een context van beperkte budgettaire marge immers maar tegemoet worden gekomen door te focussen op de kerntaak. (…) Vanaf 2008 werd effectief onze deelname aan [buitenlandse] operaties verhoogd met de helft. Daardoor zijn we vandaag opnieuw erkend als en maar betrouwbare partner binnen de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties.’ Pieter De Crem, ‘De transformatie voorbij: rol van de Belgische defensie in een hypercompetitieve omgeving’, 30 mei 2011, http://www.pieterdecrem.be/index.php?id=36&tx_ttnews[tt_news]=1731&cHash=23aa48d010ee5964b41b87b05e35f725.

xix De Belder B., ‘Regering Di Rupo: 3 jaar langer in Afghanistan, 600 miljoen euro minder voor het Zuiden’, 9 december 2011, http://www.intal.be/nl/article/regering-di-rupo-3-jaar-langer-afghanistan-600-miljoen-euro-minder-voor-het-zuiden.

xx ‘But we need to think harder about our capacity to train proxy fighters on the ground at speed. After the wars in Iraq and Afghanistan, western states will be reluctant to commit their own troops to a ground campaign for years to come. There needs to be more focus in Nato nations on the need to have training teams at high readiness that can turn a proxy army into an effective fighting force.’ Blitz J., ‘Defence: Lessons from Libya’, Financial Times, 31 augustus 2011, p. 7; Rogin J., ‘White House: Obama method for regime change better than Bush method’ 24 augustus 2011, http://thecable.foreignpolicy.com/posts/2011/08/24/white_house_obama_method_for_regime_change_better_than_bush_method.

xxi Het concept van de R2P is aanvaard in twee paragrafen die nadien overgenomen zijn in Resolutie 1674 van de VN-Veiligheidsraad. Het gaat om de paragrafen:

  • Passage 138. Each individual State has the responsibility to protect its populations from genocide, war crimes, ethnic cleansing and crimes against humanity. This responsibility entails the prevention of such crimes, including their incitement, through appropriate and necessary means. We accept that responsibility and will act in accordance with it. The international community should, as appropriate, encourage and help States to exercise this responsibility and support the United Nations in establishing an early warning capability.

  • Passage 139. The international community, through the United Nations, also has the responsibility to use appropriate diplomatic, humanitarian and other peaceful means, in accordance with Chapters VI and VIII of the Charter, to help protect populations from genocide, war crimes, ethnic cleansing and crimes against humanity. In this context, we are prepared to take collective action, in a timely and decisive manner, through the Security Council, in accordance with the Charter, including Chapter VII, on a case-by-case basis and in cooperation with relevant regional organizations as appropriate, should peaceful means be inadequate and national authorities manifestly fail to protect their populations from genocide, war crimes, ethnic cleansing and crimes against humanity. We stress the need for the General Assembly to continue consideration of the responsibility to protect populations from genocide, war crimes, ethnic cleansing and crimes against humanity and its implications, bearing in mind the principles of the Charter and international law. We also intend to commit ourselves, as necessary and appropriate, to helping States build capacity to protect their populations from genocide, war crimes, ethnic cleansing and crimes against humanity and to assisting those which are under stress before crises and conflicts break out.

xxiii ‘Recent and painful memories related to the legacy of colonialism, give developing countries strong reasons to fear that laudable motives can end-up being misused, once more, to justify arbitrary and selective interventions against the weakest states.’ Miguel d’Escoto, ‘At the Opening of the Thematic Dialogue of the General Assembly on the Responsibility to Protect’, New York, 23 July 2009, http://www.un.org/ga/president/63/statements/openingr2p230709.shtml.

xxvIn een aantal gevallen via een 'coalition of the willing' of een VN-mandaat verbreed met niet-westerse landen.

xxvi NATO, Statement on Kosovo, NATO Press release, Brussel, 23 april 1999, punt 1.

xxvii Amnesty International, Federal Republic of Yugoslavia (FRY). NATO: "Collateral damage" or unlawful killings? Violations of the Laws of War by NATO during Operation Allied Force (EUR 70/018/2000), Amnesty International, Londen, 6 juni 2000

xxviii Kofi Annan: “[F]rom our point of view and from the Charter point of view [the war] was illegal.” BBC, ‘Excerpts: Annan interview’, 16 september 2004, http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3661640.stm.

xxix US used white phosphorus in Iraq', BBC News (zie: http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/4440664.stm )

xxxi In maart wond Hillary Clinton er voor de Senaat geen doekjes om: ‘We are in a competition for influence with China; let’s put aside the moral, humanitarian, do-good side of what we believe in, and let’s just talk straight realpolitik’. ‘Secretary Clinton and the Information War’, 6 maart 2011, http://www.huffingtonpost.com/mobileweb/1969/12/31/secretary-clinton-and-the_n_832008.html.

xxxii Leymarie P., ‘Litigieuse intervention française au Rwanda, Le Monde Diplomatique, juli 1994 ; http://en.wikipedia.org/wiki/Op%C3%A9ration_Turquoise.

xxxiii De Morgen, 21 september 2001.

xxxiv ‘Libya crisis may save Nicolas Sarkozy from electoral humiliation’, 20 maart 2011, http://www.guardian.co.uk/world/2011/mar/20/libya-crisis-nicolas-sarkozy-electoral.

xxxv The Washington Post, 2 mei 2003; The Washington Post, 20 september 2001.

xxxvi ‘Humanitarianism and Military Intervention: NATO in Kosovo’, http://www.digitalhistory.uh.edu/historyonline/kosovo.cfm; Evans H., ‘Preventing deadly conflict: the role and responsibility of governments and ngos’, 2 februari 2001, http://www2.lse.ac.uk. In Libië waren serieuze onderhandelingen bezig onder impuls van de Afrikaanse Unie. Maar die hebben geen kans gekregen. Kofi Annan, de voormalige baas van de VN gaf de voorkeur aan een onderhandelde oplossing, maar stelde dat de oproep van de coalitie om een einde te maken aan de regering van Kadhafi, de mogelijkheid om tot een onderhandelde oplossing te komen heeft verhinderd. Volgens hem gingen de acties van het Westen bovendien verder dan het VN-mandaat. Financial Times, 16 mei 2011, http://www.ft.com/cms/s/2/c2d31f14-7caa-11e0-b9e3-00144feabdc0.html#axzz1O7Szd15W. Zie ook Langeni L., ‘African notables berate Nato for ousting Gaddafi’, http://www.businessday.co.za/articles/Content.aspx?id=151565; De Brabander L., ‘De NAVO-oorlog tegen Libië – missie geslaagd?’, 4 oktober 2011,http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/10/04/de-navo-oorlog-tegen-libie-missie-geslaagd. Somalië: O’Neill B., ‘Somalia: killed by “kindness”’, 23 juni 2006, http://www.spiked-online.com/index.php?/site/article/439/.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.