Image
Het aftakelende Nabucco-project
Beeld: Stanqo on wikipedia
Het aftakelende Nabucco-project
Artikel
10 minuten

De Europese Unie streeft er naar de Russische rol in de levering van gas en olie aan Europa zo veel mogelijk in te perken. Een belangrijk instrument daartoe is het Nabucco-project dat een decennium geleden gelanceerd werd. De snel veranderende politieke en economische omstandigheden hebben er echter voor gezorgd dat de Nabucco-plannen de afgelopen jaren verschrompelden.

Energie-onafhankelijkheid

In het midden van de jaren 1990, na de implosie van de Sovjet-Unie, wilden West-Europa en de Verenigde Staten de ex-Sovjetrepublieken van Centraal-Azië en de Kaukasus blijvend uit de invloedssfeer van Moskou houden en ze in hun eigen invloedssfeer integreren. Hierbij konden ze rekenen op een zekere welwillendheid van de betreffende staten, die hun vers verworven formele zelfstandigheid wilden versterken. Ze wilden zich losmaken van Rusland door de buitenlandse betrekkingen met het Westen op te drijven. Met dit doel voor ogen werden de rijke gas- en oliegebieden in het Kaspische bekken open gezet voor Europa en de Verenigde Staten. De vraag was alleen hoe men de energiegrondstoffen vanuit Centraal-Azië en de Kaukasus naar Europa en de VS kon afvoeren zonder Russische inmenging. Het pijplijnensysteem dat al bestond onder de Sovjet-Unie stond nu immers onder Russische controle. Indien de Kaspische landen aangewezen bleven op deze bestaande energielijnen, kon men het transport van olie en gas niet volledig los wrikken uit de greep van Moskou. De EU, de VS en bepaalde Kaspische landen dachten daarom aan de bouw van een zuid-corridor voor het afvoeren van de grondstoffen buiten het Russische pijplijnensysteem om. Er was ook sprake van de aanleg van een pijplijn via Afghanistan en Pakistan naar de Indische Oceaan. Er werd uiteindelijk gekozen voor een gunstigere route van de westkust van de Zwarte Zee, via het zuiden van de Kaukasus naar het territorium van Navo-lidstaat Turkije. In 1994 werd een akkoord gesloten over het aanleggen van deze Bakoe-Tbilisi-Ceyhan (BTC) pijplijn, die de hoofdstad van Azerbeidzjan verbindt met de hoofdstad van Georgië en tenslotte uitmondt in Ceyhan, een havenstad aan de Zuid-oostelijke Mediterrane kust van Turkije. Sinds 2006 transporteert de BTC-lijn olie vanuit hetAzeri–Chirag–Guneshli veldvoor de Azerbeidzjaanse kust. Dit olieveld is een van de grootste ter wereld. Het wordt uitgebaat door een consortium onder leiding van BP. Dit Britse bedrijf heeft ook de leiding over het consortium dat de BTC pijplijn uitbaat. De pijplijn is de tweede langste in de voormalige Sovjet-Unie, maar kan toch maar een beperkte omvang olie transporteren. Er wordt dus ook nog steeds olie naar Europa getransporteerd via Russische pijplijnen. Daarenboven bood de BTC-lijn ook geen oplossing voor de afvoer van het Kaspische gas. Voor het transport van de Kaspische gasvoorraad werd ondertussen een oplossing gevonden in de Zuid-Kaukasus pijplijn (SCP), die parallel loopt met de BTC-pijplijn en sinds 2006 in bedrijf is. Door deze pijplijn vloeit het natuurlijke gas van het grote Shah-Denis veld, gelegen in de Azerbeidzjaanse sector van de Kaspische Zee, richting Turkije. Rusland was in 2006 de grootste gasleverancier van de economische grootmacht Duitsland maar stond ook in voor ongeveer een derde van de totale gas-import naar de Europese Unie. Men schatte dat de EU de volgende jaren naar alle waarschijnlijkheid nog meer gas zou moeten invoeren omdat de eigen productie met een sterke achteruitgang geconfronteerd werd. Onder meer het sluiten van kerncentrales kan bij gebrek aan alternatieven de behoefte aan gas vergroten. In deze context was de opening van een aardgascorridor vanuit het Kaspisch bekken richting Turkije, van het allergrootste belang voor de EU in 2006.

Nabucco

In 2002 begon men al met het plannen van een bijkomende pijplijn die de afhankelijkheid van Rusland voor de levering van aardgas verder moest verminderen: het Nabucco-project. De vertegenwoordigers van de olieconcerns OMV (Oostenrijk) en BOTAS (Turkije) sloten in 2002 al een samenwerkingsakkoord om een aardgaslijn te construeren vanuit Turkije via Bulgarije, Roemenië en Hongarije naar Oostenrijk. Een intergouvernementeel akkoord over de realisering van het Nabucco-project tussen Turkije, Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Oostenrijk werd in juli 2009 ondertekend. De Nabucco-pijplijn moet 3893 km lang worden en zou per jaar 31 miljard kubieke meter gas moeten transporteren. Het dagelijks verbruik van de EU lag rond 2006 rond de 550 miljard kubieke meter per jaar. Een consortium van 6 bedrijven zou het Nabucco-project uitvoeren en de pijplijn zou operationeel moeten zijn tegen 2017, maar sommige analisten zijn er niet van overtuigd dat het project ooit afgewerkt zal worden. Nabucco kende al van bij het begin heel wat moeilijkheden om voldoende garanties te verkrijgen voor de toelevering van gas. Azerbeidzjan, dat met zijn Shah-Deniz veld de belangrijkste bron voor de Nabucco-lijn moest worden, ziet zich niet in staat om de hoeveelheid die de EU vraagt alleen te leveren. De mogelijkheden voor het Nabucco consortium om meer gasleveranciers te vinden, zijn door de geografische ligging van de vindplaatsen beperkt. Vooral Kazachstan en Turkmenistan bezitten grote gasvoorraden, maar beide landen liggen vanuit Europa bekeken aan de andere kant van de Kaspische Zee. Pijplijnen die over land naar Azerbeidzjan voeren (om via SCP en verder via de Nabucco lijn richting Europa te gaan) zouden over Russisch of Iranees territorium aangelegd moeten worden. Dit zou indruisen tegen de doelstelling van het project, namelijk de onafhankelijkheid van Rusland verzekeren. De Europese sancties tegen Teheran maken de Iraanse optie politiek onmogelijk. Blijft dan de mogelijkheid over om een pijplijn aan te leggen door de Kaspische Zee. Maar Rusland en Iran hebben als kuststaten enkele middelen in handen om deze optie juridisch en politiek te torpederen. Het opbouwen van een infrastructuur om het gas vloeibaar te maken voor het transport per schip is dan weer enorm kostelijk. Tot vandaag is er geen vooruitgang geboekt bij het vinden van oplossingen. Het Duitse energiebedrijf RWE, dat sinds februari 2008 deel uitmaakt van het Nabucco-consortium, kon in 2009 een exploratievergunning bemachtigen voor een gebied in de Turkmeense kust, maar dit helpt de Nabucco-zaak niet vooruit. Kazachstan heeft zich ondertussen geëngageerd om jaarlijks 10 miljard kubieke meter gas te leveren voor de Centraal-Aziatische pijplijn naar China. Deze pijplijn werd in 2009 in gebruik genomen. Ook Turkmenistan is ondertussen begonnen met gas te pompen in de Centraal-Aziatische pijplijn richting China. De Turkmeense regering heeft met China een akkoord gesloten voor de levering van jaarlijks 30 miljard kubieke meter gas voor een periode van 30 jaar. De steile economische opkomst van China opent nieuwe mogelijkheden voor de landen ten oosten van de Kaspische Zee, die de invloed van het Westen langzaam maar zeker beginnen te relativeren. Deze veranderde omstandigheden brengt het Nabucco-project van de EU en de VS in ernstige problemen. Bij de oorspronkelijke planning voor de aanleg van de Nabucco pijplijn doorheen Turkije was er een aansluiting voorzien met het Midden-Oosten. Irak werd gezien als de grootste potentiële leverancier van gas. Dan was er de Amerikaanse invasie van Irak. De gasvelden in het Iraakse Koerdistan worden vandaag beschouwd als een zeer belangrijke potentiële leverancier. In 2006 oordeelde men dat de aansluiting met de Iraanse gasvelden van groot belang was voor het Nabucco-project. Maar ook dat plan is door de confrontatiepolitiek gevoerd door de VS en bepaalde pro-Atlantische staten binnen de EU, tot mislukken gedoemd. Ook Egypte werd van bij de aanvang van het Nabucco-project geopperd als potentiële gasleverancier voor de pijplijn. Een pijplijn vanuit Egypte naar Turkije, zou echter Irak en Syrië moeten doorkruisen.

Russische concurrentie

Nabucco heeft ook af te rekenen met Rusland, dat de aantasting van zijn energiepositie niet zonder slag of stoot zal ondergaan. Moskou kondigde in 2007 de geplande constructie aan van de South Stream-pijplijn als tweede belangrijke Russische gastransportlijn, naast de al bestaande North Stream pijplijn. South Stream zou vertrekken vanuit Zuid-Rusland en moet via de Zwarte Zee en Bulgarije, de rest van de EU kunnen bedienen. South Stream zal vooral gevoed worden door het Russische gasnet en indien nodig zal Rusland ook teruggrijpen naar zijn oorspronkelijke leveranciers: Kazachstan en Turkmenistan. De geplande pijplijn zou jaarlijks tot 63 miljard kubieke meter gas naar de EU kunnen transporteren. Dat is dubbel zoveel als de Nabucco-pijplijn. In december 2012 wil men beginnen met de constructie en men verwacht klaar te zijn tegen 2015.

Moskou doet zijn uiterste best om Duitsland los te weken van het Nabucco-project, waarvan de gewezen groene minister van Buitenlandse Zaken Joseph Fischer een vurige lobbyist is. Het Russische energiebedrijf Gazprom is er in 2011 in geslaagd om een dochteronderneming van het Duitse BASF te betrekken bij het South Stream project (met 15% van de aandelen). Terwijl ex bondskanselier Gerhard Schröder voorzitter is van de aandeelhoudersraad van North Stream, is de voormalige burgemeester van Hamburg, Henning Vorscherau (SPD), in april 2012 verkozen tot voorzitter van de raad van commissarissen van het South Stream-project. Tussen Duitsland en Gazprom zijn al lang zeer nauwe banden. Duitsland is de bevoorrechte Europese samenwerkingspartner van Rusland in de aardgas-sector. Moskou maakt volop gebruik van zijn nauwe contacten met Berlijn in de concurrentiestrijd voor de controle van de Kaspische energiebronnen met Nabucco. Voor Rusland staat er bijzonder veel op het spel. De Russische industrie is immers verouderd en het partnerschap met Duitsland met het oog op een modernisering van heeft niet het beoogde resultaat opgebracht. De afhankelijkheid van Rusland van zijn grondstoffensector blijft dus enorm groot. De natuurlijke grondstoffen en de afgeleide producten zijn goed voor 80% van de Russische export. Het is via de energiesector dat Rusland zijn politieke machtspositie kan consolideren. Als energiegrootmacht kan Moskou zijn positie in de voormalige invloedsgebieden opnieuw versterken. Daarom is het belangrijk voor Rusland om de volledige controle te verwerven over de hele energieketen, van exploratie en oppomping tot verwerking, transport en verkoop. Dat het Westen pogingen onderneemt om de Centraal-Aziatische energiebronnen afhandig te maken, kan Moskou allerminst tolereren.

Turkse concurrentie

Het Nabucco consortium wordt ook geconfronteerd met concurrentie vanuit Turkije. In november 2011 besloten Turkije en Azerbeidzjan om zelf een pijplijn aan te leggen die doorheen Anatolië tot aan de Turks- Bulgaarse grens zou lopen. Turkije neemt niet langer genoegen met een passieve rol als transitland, zoals het kreeg toebedeeld in het Nabucco-project. Turkije wil een actieve energie-draaischijf worden. Op de achtergrond zien we grote verschuivingen in de Turkse buitenlandse politiek, die sinds enkele jaren niet meer uitsluitend gericht is op het Westen en de Turks sprekende landen in de Kaukasus, maar nu ook probeert om de islamitische landen van het vroege Ottomaanse Rijk sterker aan zich te binden. Ankara wil dus een grotere zelfstandigheid bewerkstelligen ten opzichte van de EU en VS. Hierbij is de energiesector een belangrijke troefkaart. De Nabucco-pijplijn, waarvan het traject grotendeels door Turkije loopt, verschaft vooral de EU voordelen. Waarom zou men de energiepijplijnen dan niet gewoon zelf aanleggen en de winsten zelf opstrijken? Op 26 juni 2012 tekenden de president van Azerbaijan Ilham Aliyev en de eerste minister van Turkije Recep Tayyip Erdoğan een bindend akkoord over de Trans-Anatolië gaspijplijn (TANAP). Voor Nabucco betekent op zijn minst het einde van de pijplijn zoals oorspronkelijk gepland.

Naast alle tegenstand, vallen de kosten van het Nabucco project ook heel wat hoger uit dan verwacht. In het begin dacht men aan een som van 8 miljard dollar. Dit bedrag werd later bijgesteld tot 12 miljard dollar en nu is er zelfs sprake van een nog hogere kostprijs. Het Hongaarse energiebedrijf MOL stapte ondertussen uit het Nabucco-consortium en het het Duitse energiebedrijf RWE stelde eveneens de beëindiging van haar deelname in het vooruitzicht. Daar kwam dan de verrassende beslissing over de aanleg van TANAP bovenop. Het Nabucco-project lijkt gedoemd om te mislukken. TANAP laat wel de mogelijkheid open om de Nabucco-pijplijn in een afgeslankte vorm aan te leggen. Het aardgas zou dan via TANAP vanuit Azerbeidzjan naar de Turks-Bulgaarse grens voeren, en van daaruit via de afgeslankte Nabucco-pijplijn verder naar Europa geleid worden. Maar ook hier kampt het Nabucco-consortium met concurrentie. De Trans-Adriatische Pijplijn (TAP) is een alternatief voorstel om Europa te bevoorraden van gas. TAP wil echter vooral Zuid-Europa bevoorraden, terwijl Nabucco zowel West als Zuid-Europa wil bedienen, wat de kans om het contract binnen te halen groter maakt.

Besluit

Het valt niet te ontkennen dat er van het oorspronkelijke Nabucco-plan vandaag niet veel overblijft. Het is niet duidelijk wat er uiteindelijk nog van gerealiseerd zal worden. In plaats van met een eigen pijplijn door te dringen tot het grondstoffen-gebied, ziet het er naar uit dat de EU-landen zich in de toekomst tevreden zullen moeten stellen met het in ontvangst nemen van het aardgas uit het Kaspische gebied aan de buitengrens van Europa om het daarna verder te verdelen. Daarbij zal onderhandeld moeten worden met landen waarmee men niet zo lang gelden eigenlijk geen rekening hield, zoals Azerbeidzjan en Turkije.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.