Image
“Het geld dat we dringend nodig hebben om klimaatmaatregelen te nemen, zit vast in het defensiebudget”. Interview met Medea Benjamin
“Het geld dat we dringend nodig hebben om klimaatmaatregelen te nemen, zit vast in het defensiebudget”. Interview met Medea Benjamin
Artikel
14 minuten

Medea Benjamin is een van de bekendste vredesactivisten uit Amerika. Ze is medeoprichtster van Code Pink, een vrouwenorganisatie die ernaar streeft een einde te maken aan de VS-oorlogen en het militarisme, om het belastingsgeld te kunnen afleiden naar gezondheidszorg, groene banen en andere sociale programma’s.

De 66-jarige Benjamin is een veelzijdige activiste. In de jaren 2000 was ze actief in de strijd tegen de Wereldhandelsorganisatie. Ze voerde campagne tegen Nike omwille van de erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de zogenaamde ‘sweatshops’ waar de artikelen van dit sportmerk geproduceerd worden. In 2009 was ze medeorganisator van de ‘Gaza Freedom March’ en daarna nam ze deel aan de protestbewegingen in het kader van de Arabische Lente in zowel Egypte als Bahrein. In beide gevallen werd ze daarvoor gearresteerd en uit het land gezet. Medea trok ook naar Afghanistan en Jemen om de gevolgen van het militaire optreden van de VS aan te klagen. Verder schreef ze al een tiental boeken, o.a. over de drone-oorlogen, de banden tussen de VS en Saoedi-Arabië, enz. Kortom, Medea Benjamin is een manusje-van-alles en bovendien een gedreven en begenadigd spreekster.

Je staat al tientallen jaren op de barricades. Hoe is het begonnen?

Het begon toen ik 16 jaar was, op het ogenblik dat de oorlog in Vietnam escaleerde. Dat raakte toen veel jonge mensen. Door het bestaan van de dienstplicht kreeg quasi iedereen ermee te maken. De jonge mannen die opgeroepen werden en hun leven moesten geven, wisten amper waarover deze oorlog ging. Ze kwamen terug in lijkzakken of geestelijk gebroken. Er ontstond in die dagen een levendige anti-oorlogsbeweging geleid door de veteranen zelf. Nu besef ik dat wanneer mensen verplicht worden om naar het leger te gaan, het verzet automatisch groeit en evolueert tot een anti-oorlogsbeweging. Dat was voor mij het begin: het moment waarop ik begreep dat mijn regering en de media tegen me logen en dat het aan ons was -de jonge generatie- om ons te verzetten tegen een politiek die niet in het belang was van de bevolking, niet van de Vietnamezen noch van de Amerikanen.

De vredesbeweging was toen heel sterk. Hoe is het vandaag met de beweging gesteld?

Het is totaal anders nu. De dienstplicht is afgeschaft, waardoor het leger niet meer dezelfde impact heeft op de maatschappij. In plaats daarvan nemen veel jonge mensen nu dienst omdat economische omstandigheden hen daartoe dwingen. Bovendien worden oorlogen vandaag op een andere manier uitgevochten. Tijdens de Vietnamoorlog streden honderdduizenden jonge mensen aan het front. Tegenwoordig ruimen grondtroepen meer en meer baan voor drones, speciale operaties en proxy-oorlogen [waarbij de VS een volmacht geeft aan derde krachten ter plaatse via economische, ideologische, logistieke en/of militaire steun om oorlog te voeren]. Veel mensen weten zelfs niet in hoeveel en welke oorlogen we betrokken zijn, en dat maakt het moeilijker om een anti-oorlogsbeweging uit te bouwen.

In mei 2013 onderbrak je een toespraak van president Obama aan de Nationale Defensie Universiteit. Je werd uit de zaal verwijderd. De beelden gingen de wereld rond. Waarom deed je dat?

Code Pink was op dat ogenblik een van de weinige vredesorganisaties die Obama's buitenlands beleid actief bestreed. Er was nochtans weinig verschil met het beleid van zijn voorganger George Bush. Van zodra Obama president werd, brokkelde de anti-oorlogsbeweging echter af. Veel mensen dachten dat hij een vredespresident zou worden, dat hij ons uit de oorlogen in Afghanistan en Irak zou terugtrekken.

Hij kreeg zelfs de Nobelprijs voor de Vrede…

Inderdaad. Hij was ook de eerste zwarte president - een vriendelijke man met een mooie familie, wat maakte dat men niet tegen hem wilde protesteren. Bovendien zorgde de financiële crisis die op dat ogenblik veel mensen trof dat er veel minder aandacht was voor zijn buitenlands beleid. Toen Obama zijn toespraak hield voor de Nationale Defensie Universiteit slaagde ik erin om binnen te geraken. Hij sprak over zijn beleidsverbeteringen, meer in het bijzonder over de oorlogsvoering met drones en over het gevangeniskamp van Guantanamo, waar gevangenen sinds de aanslagen van 9/11 voor onbepaalde duur opgesloten werden. Ik was net terug van Afghanistan waar ik mensen ontmoet had die hun geliefden waren verloren als gevolg van drone-aanvallen. Ik was ook in Jemen geweest, waar ik mensen sprak wiens familieleden opgesloten zaten in Guantanamo. Toen het einde van zijn toespraak naderde en hij geen echte veranderingen aankondigde, stond ik op en haalde ik al die zaken aan: de onschuldige slachtoffers van drone-aanvallen, de gruwelijke gevangenschap in Guantanamo,… Ze hebben me naar buiten gesleept, maar ik kreeg ruimschoots de tijd om zijn beleid aan te klagen.

Vandaag telt het gevangenkamp van Guantanamo nog altijd een 40-tal gedetineerden. Denk je dat het ooit zal sluiten?

Onder Trump zal Guantanamo zeker niet gesloten worden. Hij sprak al over zijn plannen om de faciliteit te vullen met “veel slechte mensen”. Jammer genoeg heerst er weinig bezorgdheid bij de Amerikaanse bevolking over het feit dat die gevangenis nog altijd bestaat. Elke 11de januari, de verjaardag van de eerste gevangene die naar Guantanamo gebracht werd in 2002, houden we met Code Pink een protestactie en vragen we de sluiting.

Over de drone-aanvallen schreef je een boek.

Ik vind het schokkend dat we vanuit een kamer met airconditioning, zittend in een ergonomische stoel, op een knop kunnen duwen om mensen op duizenden kilometers afstand de lucht in te blazen met een onbemand vliegtuig. In mijn boek schrijf ik over het grote gevaar van een dergelijke vorm van oorlogsvoering. Na vele protestacties aan militaire basissen in Nevada en ten noorden van New York kwam er uiteindelijk een daling van het aantal drone-aanvallen onder Obama. Maar sinds het aantreden van Trump zijn de drone-aanvallen opnieuw toegenomen. Jammer genoeg groeit ook de wereldwijde markt voor killer-drones.

Hoe is het mogelijk dat iemand als Trump, die duidelijk de zakelijke belangen van hemzelf en bedrijven voorop plaatst, verkozen is geraakt?

Ik breek daar nog altijd elke dag mijn hoofd over (lacht). Het is zeer vreemd dat zo'n irrationele, leugenachtige domoor ons land vertegenwoordigt. Hij kwam er door een samenloop van omstandigheden. De Democraten schoven bijvoorbeeld een slechte kandidaat naar voor in een electoraal systeem waar de persoon met de meeste stemmen toch geen president wordt... Dat Trump werd verkozen is schokkend, maar dat hij ook nog steeds populair is, maakt het hallucinant. Er is een enorme polarisatie in dit land. De ontevredenheid die zoveel mensen voelen over het huidige systeem maakt het blijkbaar mogelijk om zich te laten manipuleren door iemand als Trump. In hun ogen rekt hij schijnbaar oplossingen aan. De rechtse media speelden ook een grote rol bij de verkiezing van Trump.

Tegelijk is tijdens de verkiezingen voor de nominatie van de Democratische presidentskandidaat gebleken hoe populair Bernie Sanders was. Hij noemde zichzelf nochtans openlijk een socialist. Ik had nooit gedacht dat hij meer dan 5% van de stemmen zou halen [Hij verloor uiteindelijk van Hillary Clinton, maar behaalde wel 43% van de stemmen]. Het feit dat vooral veel jonge mensen op hem stemden is buitengewoon. Volgens opiniepeilingen hebben zij vaak een positievere kijk op het socialisme dan op het kapitalisme.

Hoe kijk je naar Trumps buitenlands en militair beleid? Zijn er verschillen met zijn voorgangers of is het meer van hetzelfde?

Dit land wordt in veel opzichten geleid door het militair-industrieel complex. We spenderen vandaag een enorme som belastinggeld aan het militair apparaat. Dat was niet anders onder Obama of Clinton. De militaire uitgaven gaan al jaren in stijgende lijn. Onder Trump zijn ze opnieuw sterk gestegen, maar laat ons niet vergeten dat het Congres altijd bereid is om nog meer uit te geven. We moeten dus niet alleen naar het Witte Huis kijken. De oorlogslobby is ontzettend sterk en geeft zelfs geld aan progressieve kandidaten. Bernie Sanders kreeg 350.000 dollar van de wapenindustrie tijdens zijn verkiezingscampagne. Het is natuurlijk wel zo dat Trumps buitenlandse politiek openlijk agressief en gevaarlijk is, ook al heeft hij positieve stappen gezet rond Noord-Korea. Hij onderhoudt zeer nauwe relaties met landen als Saoedi-Arabië en Israël. Dat was ook zo onder de vorige regeringen, maar niet met de huidige intensiteit. Ondanks de Saoedische oorlog in Jemen en de moord op de journalist Khassoghi, weigert Trump ook maar één centimeter afstand te nemen van het Saoedische koningshuis. Ik denk dat dit onder Barack Obama toch anders zou zijn verlopen. Een van diens weinige successen was het nucleair akkoord met Iran, maar Trump heeft zich inmiddels uit dat akkoord teruggetrokken en legde het land ook zware sancties op.

Wat zal de uitkomst zijn van Trumps confrontatiepolitiek met Iran?

Het kan alle richtingen uit. Als de sancties niet het effect hebben waar Trump op rekende, zou hij voor een militaire optie kunnen kiezen. Aan de andere kant is hij zo bezig met al die andere crisissen in de wereld, dat hij de confrontatie met Iran misschien niet zal willen laten escaleren. We weten het niet. Ik weet wel dat we een veel sterkere wereldwijde beweging moeten uitbouwen tegen de sancties en dat we het Amerikaans Congres moeten overtuigen om te kiezen voor normale diplomatieke en handelsrelaties met Teheran.

Hoe verklaar je de nauwe banden van de VS met Saoedi-Arabië?

Die gaan zeker terug tot de periode van de eerste olie-ontginningen in de jaren 1930. De banden werden nog verstevigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de VS-regering Saoedi-Arabië nodig had om de oorlogsinspanningen van brandstof te voorzien. In ruil beloofde de VS om Saoedi-Arabië te beschermen. Amerika is dus al decennia betrokken bij het beveiligen van dit repressief regime, zowel tegen binnenlandse onrust als tegen buitenlandse dreigingen. De VS is ondertussen zelf een grote olie-exporteur geworden en het is belangrijk om goede afspraken te kunnen maken met Saoedi-Arabië over de olieprijs. Bovendien investeert de Saoedische monarchie zwaar in de Amerikaanse economie, o.a. via de aankoop van wapens, staatsobligaties, aandelen in hoogtechnologische ondernemingen, enz. Het koninkrijk pompt ook geld in Amerikaanse denktanks, universiteiten en liefdadigheidsinstellingen (ook die van politieke figuren).

De hechtheid tussen beide landen blijft toch verbazend, zeker gezien de slechte reputatie van het Saoedische regime wat betreft het verlenen van steun aan extremistische en zelfs terroristische organisaties. De oorlog tegen het terrorisme is toch al jaren een prioriteit voor de opeenvolgende Amerikaanse regeringen?

Ik kan dat niet tegenspreken. Saoedi-Arabië vormt de belangrijkste steunpilaar van het salafistisch terrorisme. 15 van de 19 vliegtuigkapers in de aanslagen van 9/11 waren van Saoedi-Arabië. Gelekte diplomatieke telexen bevestigen dat VS-functionarissen -met inbegrip van Hillary Clinton toen ze minister van Buitenlandse Zaken was- weten dat de Saoedi's op nummer 1 staan als het over de financiering van terreurgroepen gaat. De strenge Saoedische staatsreligie, het wahabisme, vormt de ideologische basis van terreurgroepen gaande van al Qaida, over de Islamitische Staat tot Boko Haram. Dus ja, de Saoedi's hebben hun intolerantie verspreid over de wereld, terwijl de VS-regeringen blijven zeggen dat we met hen moeten samenwerken om deze groeperingen te bestrijden. Trump en zijn schoonzoon Jared Kushner hebben een persoonlijke band met de Soaedische kroonprins Mohammad bin Salman, wiens handen druipen van het bloed. Je zou denken dat elke nationale leider zichzelf zou distantiëren van zo iemand, maar Trump heeft niet graag dat men hem erop wijst dat hij verkeerd is.

Onder Obama ging de militaire steun aan Israël de hoogte in en Trump verhuisde deze zomer de VS-ambassade in het land van Tel Aviv naar Jeruzalem. Al decennia staat de onvoorwaardelijke steun aan Israël centraal in de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten. Hoe komt dit en is er enige tegenkanting?

Er is een enorme pro-Israëlische lobby in de VS. AIPAC ['American Israel Public Affairs Committee'] is veruit de sterkste lobby in het land op het vlak van buitenlands beleid. De organisatie sluit aan bij de rechtervleugel van de Israëlische politiek. Ze is goed georganiseerd en rijkelijk gefinancierd. Ze dwingt Congresleden om in de pas te lopen op straffe van negatieve gevolgen bij volgende verkiezingen. Het is interessant dat een aantal nieuwe leden in het Congres, meer bepaald twee moslimvrouwen, daar tegenin willen gaan. Ze weigeren om deel te nemen aan de propagandareis die AIPAC aanbiedt aan politici en die Israël presenteert als een democratie. Een van deze nieuwe Congresleden, Rashida Tlaib, weigert niet alleen om op de uitnodiging van AIPAC in te gaan, maar organiseert zelfs haar eigen tour, waarin ze naar de Westelijke Jordaanoever trekt waar haar grootmoeder leeft. Dat is behoorlijk buitengewoon in de VS-context.

Ondanks de grote pro-Israëlische lobby is de Palestijnse solidariteitsbeweging in de VS duidelijk sterker aan het worden. Binnen de joodse gemeenschap zelf was AIPAC in het verleden allesoverheersend. Nu zie je zoveel verschillende en alternatieve groepen in de joodse gemeenschap. Ik maak daar zelf deel van uit, waardoor ik het ook van dichterbij kan volgen. Zo is er de gematigde groep 'J-Street', naast meer progressieve groepen zoals 'Jewish Voice for Peace'. Sommige joodse jongerengroepen stellen zich zelfs openlijk pro-Palestijns op omdat ze vinden dat Israël de Palestijnen onheus en onmenselijk behandelt. Dan zijn er de Afro-Amerikaanse en de Inheems Amerikaanse gemeenschappen. Sommige leden hebben in Palestina rondgereisd en de overeenkomsten gezien met hun eigen strijd. Recent was er ook de zaak van Marc Lamont Hill, een zwarte professor en politiek commentator op CNN, die in de Verenigde Naties een pro-Palestijnse uiteenzetting gaf en kort daarop ontslagen werd door de nieuwszender. CNN kreeg daarvoor heel wat kritiek te verwerken. Die zal er misschien niet toe leiden dat het ontslag ongedaan wordt gemaakt, maar het toont wel de belangrijke en krachtige solidariteit van de zwarte gemeenschap met de Palestijnen.

Hoe zie je de toekomst van dit bezettingsconflict in? Is een Palestijnse staat nog mogelijk zoals de Palestijnse Autoriteit, de Europese Unie en vele landen dat officieel willen?

Ik vind het belachelijk om te blijven spreken over een twee-staten-oplossing. Iedereen die in de regio heeft gereisd en de impact heeft gezien van de Israêlische nederzettingen, kan niet meer ernstig stellen dat er nog sprake kan zijn van twee staten. De Israëlische regering heeft dat de facto onmogelijk gemaakt op het terrein. Eén democratische staat die de Palestijnse gebieden omvat en waarin volledige en gelijke rechten gelden voor iedereen, is het enige wat nog kan. Maar het is uiteindelijk aan de Palestijnen om dat te bepalen. Wat wij vragen is dat de mensenrechten gerespecteerd worden en dat er volledige gelijkheid heerst voor iedereen, wat ook de vorm van de staat is waarbinnen die rechten worden verwezenlijkt.

Daarnet sprak je over de invloed van het militair-industrieel complex in de VS. Onder Obama werd bijvoorbeeld beslist om 1000 miljard dollar te investeren in de modernisering van het Amerikaanse kernwapenarsenaal. Hoe komt het dat dergelijke beslissingen amper een politieke discussie waard blijken?

De mythe dat we kernwapens nodig hebben voor onze veiligheid, domineert nog altijd in de VS. En of het nu over kernwapens gaat of over het militair budget in het algemeen, er wordt sowieso veel te weinig over gepraat. Zelfs nu de Trump-regering heeft aangekondigd dat het uit het INF-verdrag met Rusland wil stappen [een verdrag dat bepaalde nucleaire en conventionele raketten en kruisraketten verbiedt], is de publieke discussie daarover heel pover – hoe gevaarlijk deze beslissing ook is. Jammer genoeg zijn de reguliere media in de VS geobsedeerd door de intriges in het Witte Huis – daarbij focussen ze niet eens op politieke zaken, maar vooral op persoonlijke kwesties en fait-divers.

Er heerst jammer genoeg ook een sfeer in de VS die elke kritiek op het militair apparaat afdoet als onpatriottisch. Er wordt dus veel te weinig gedebatteerd over de dringende noodzaak om drastisch te snijden in de Amerikaanse militaire uitgaven en om te investeren in echte maatschappelijke behoeften, zowel in eigen land als in de rest van de wereld. Maar ook rond dit thema zijn er een aantal nieuwe veelbelovende leden in het Congres verschenen. Zo pleit Ayanna Presley uit Boston voor de afslanking van het militair budget met 25%. Ze neemt daarmee geen populair standpunt in binnen het politiek establishment. De druk van de wapenlobby is groot en er wordt niet geaarzeld om het eeuwige argument van de werkgelegenheid te gebruiken. Een belangrijk deel van de vakbonden in de VS stelt zich om diezelfde reden pro-militair op. Vele honderdduizenden arbeiders verdienen hun brood dankzij de wapenproductie. Dat geldt ook voor ingenieurs en andere wetenschappers. Als je naar de faculteiten van de belangrijkste universiteiten gaat, dan moet je vaststellen dat een groot deel van de onderzoeksbudgetten afkomstig is van de militaire industrie. Deze sector biedt ook de beste jobs aan afgestudeerden.

Op de jongste NAVO-top in Brussel herhaalde Trump zijn boodschap dat de defensiebudgetten van de Europese bondgenoten moeten stijgen. Welke rol ziet Trump vandaag voor de NAVO?

Sommigen onder ons juichten toen Trump de NAVO tijdens zijn verkiezingscampagne “achterhaald” noemde [lacht]. Maar eens aan de macht bleek de NAVO plots toch belangrijk voor Trump, evenwel vooral om de Amerikaanse wapenindustrie een boost te geven. De president blijft immers herhalen dat de andere NAVO-landen meer moeten bijdragen tot het bondgenootschap door meer uit te geven aan defensie. De NAVO is echter een gevaarlijke organisatie, die al lang ontbonden had moeten worden. In Oost-Europa is de NAVO opgerukt tot aan de Russische grens, wat de vijandschap met dat land doet toenemen. Het probleem is dat de Amerikaanse bevolking niet goed weet wat de NAVO precies doet, maar ze wel als belangrijk beschouwt voor haar veiligheid. In april 2019 zal de NAVO in Washington haar 70ste verjaardag vieren. We willen van die gelegenheid gebruik maken om de bevolking beter te informeren over de NAVO, die wel degelijk volledig achterhaald is.

Hoe loopt het met de voorbereidingen van de vredesbeweging voor die NAVO-top?

We zijn daar volop mee bezig. Er zijn al tal van initiatieven gepland. We willen de top aangrijpen om allianties te smeden, mensen te onderrichten, onze standpunten in de media te krijgen, enz. Er zullen zeker heel wat protestacties doorgaan en we hopen veel verschillende bewegingen ervan te overtuigen om deel te nemen. Dat is een uitdaging, want er zijn veel thema's waar de bevolking van wakker ligt: migratie, politiegeweld tegen Afro-Amerikanen, sociaaleconomische problemen, milieucatastrofes ten gevolge van de klimaatverandering, enz. We moeten dus de onderlinge banden tussen de verschillende sociale bewegingen versterken om al deze uitdagingen te lijf te gaan. Er circuleert een belangrijke oproep voor een 'Green New Deal', over de nood aan een visionaire aanpak van de klimaatproblematiek. We blijven zeggen aan de milieuactivisten dat het Pentagon de enige plaats is waar we daarvoor het geld zullen vinden. Het merendeel van de fondsen die we dringend nodig hebben om de noodzakelijke klimaatmaatregelen te nemen, zit vast in het opgeblazen defensiebudget. Dat is zeker een belangrijk thema waarover we het willen hebben. Laten we hopen dat we in april kunnen teren op het anti-Trumpgevoel dat bij zoveel mensen leeft en dat we dat kunnen gebruiken om de vredesbeweging uit te bouwen.

www.codepink.org


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.