Image
Non-proliferatieverdrag
Foto: U.S. Department of Defense
Non-proliferatieverdrag
5 minuten

In 1968 werd het non-proliferatieverdrag (NPT) opgesteld door Ierland. Het werd tot nu getekend en geratificeerd door 189 landen. Dit verdrag gaat de geschiedenis in als één van de belangrijkste verdragen inzake nucleaire ontwapening. Er werden 5 landen erkend als kernwapenstaten: de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, China en de Sovjet-Unie (later Rusland). Zij hadden tijdens de onderhandelingen over het NPT reeds kernwapens in hun bezit en verbonden zich ertoe hun arsenaal af te bouwen. Het recht tot het ontwikkelen, testen en gebruiken van kernwapens is beperkt tot deze landen.

Het verdrag steunt op drie grote pijlers:

- Ontwapening (artikel VI): de kernwapenstaten verbinden zich ertoe hun kernwapenarsenaal volledig af te bouwen. Het verdrag voorziet echter niet binnen welke periode dit moet gebeuren. Er is nog geen enkele staat die zich volledig heeft ontdaan van al haar nucleaire wapens.

- Non-proliferatie (Artikel I & II): het verspreiden van kennis, technologie en materiaal om kernwapens te maken, wordt verboden. Kernwapenstaten zullen geen enkele informatie of materiaal delen met niet-kernwapenstaten.

- Civiel gebruik van kernenergie (Artikel III): elk land heeft het recht kernenergie te gebruiken voor civiele doeleinden.

Controle

De controle wordt uitgeoefend door het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) dat samen met het NPT werd opgericht. Zij zien erop toe dat de aangesloten landen zich aan de regels van het verdrag houden. Landen die het NPT niet ondertekend hebben, vallen in principe niet onder het toezicht van het IAEA, maar sommigen laten enkele sites met kweekreactoren (reactor om kernenergie te produceren vanuit kernbrandstof) toch bezoeken en controleren. Israël laat bijvoorbeeld enkele sites onderzoeken, maar ondertekenden het NPT niet.

De kernwapenstaten worden niet gecontroleerd op proliferatie door het NPT. Zij kunnen deals afsluiten om uranium of plutonium te leveren aan andere niet-kernwapenstaten. Er is echter streng toezicht door de Nucleaire Toeleveringsgroep (NSG). Dat is een groep van 45 landen die strikt de export van nucleaire producten reglementeren. Men probeert op die manier de proliferatie van kernwapens te voorkomen, maar het civiel gebruik van kernenergie te stimuleren.

Niet-ondertekenaars

India, Pakistan en Israël hebben het NPT nooit ondertekend en voldoen bijgevolg ook niet aan de voorwaarden. Het is bekend dat deze landen beschikken over kernwapens. Het is geen gemakkelijke opgave correcte informatie te verkrijgen over de kernwapenprogramma's van deze landen. Veel informatie wordt bestempeld als 'Top Secret'.

Israël heeft nooit officieel bevestigd over kernwapens te beschikken. Het zou over uiterst geheime nucleaire installaties beschikken bij Dimona in de Negev woestijn. Op die site wordt plutonium aangemaakt op basis van bestraalde brandstof. Israël heeft een overeenkomst met het IAEA en laat welbepaalde installaties onderzoeken in het land. Toch kunnen zij niet gestraft worden op basis van de regels die werden opgesteld in het verdrag, aangezien zij het nooit tekenden.[1]

India startte haar kernwapenprogramma in 1958 en voerde de eerste kernexplosie uit in 1974. In de jaren '90 kende India een hoogtepunt in het conflict met Pakistan. Het voerde vervolgens vijf kernexplosies uit en verklaarde zichzelf een kernwapenstaat. Momenteel zijn er geen cijfers bekend over het aantal kernwapens en blijft er een onzekerheid over het Indiaas wapenarsenaal. Er werden schattingen gemaakt op basis van de hoeveelheid beschikbare grondstoffen.[2] India zou over ongeveer 100 kernbommen beschikken.[3]

Pakistan startte met een kernwapenprogramma na de nederlaag in de oorlog om Bangladesh. Ondertussen is het heropwerkingsprogramma om uranium en plutonium te verrijken stilgelegd en laat het land controle toe door het IAEA. De spil van het kernwapenprogramma staat echter niet onder controle van het IAEA. Het gaat hierbij om de uraniumverrijkingsfabriek in Kahuta. Daar wordt uranium verrijkt voor het gebruik van kernwapens.[4]

Noord-Korea is een buitenbeentje in het NPT. Het maakte in de jaren '60 en '70 werk van haar nucleair programma. In 1985, op het moment dat het programma een grootschalig karakter begon aan te nemen, trad het onder grote internationale druk toe tot het NPT. In 1992 sloot het met Zuid-Korea een principieel akkoord over nucleaire ontwapening. Na verder onderzoek stelde het IAEA vast dat Noord-Korea toch meerdere verrijkingsprogramma's lopen had. Het IAEA wou op basis van de regels van het NPT verder inspecties uitvoeren op verschillende sites, maar dat werd telkens geweigerd. Uiteindelijk stapte Noord-Korea in 2003 definitief uit het NPT, nadat het verklaarde uranium verrijkingsprogramma's uit te voeren om zo een kernwapen te ontwikkelen.[5]

Gaten in het non-proliferatieverdrag

Ondanks de mooie woorden in het non-proliferatieverdrag is het toch eerder een pleister op de wonde dan een strijd voor een kernwapenvrije wereld. De aangesloten landen worden aan controle onderworpen door het IAEA en bij niet-naleving kunnen er sancties volgen. Toch is niet elk land verplicht om zich aan te sluiten bij het NPT. Wie niet ondertekent, hoeft zich vervolgens ook niet aan de regels te houden. Door de houding van Noord-Korea in het NPT, werd de geloofwaardigheid van het verdraf volledig ondermijnd. Noord-Korea toonde aan uit het verdrag te kunnen stappen en vervolgens met een kernwapenprogramma te kunnen starten.

In 2008 kwam er tussen de VS en India een nucleaire deal. Hierin werd vastgelegd dat de VS nucleiare installaties kan bouwen op Indiaas grondgebied. Verder krijgt India onvoorwaardelijk toegang tot kernbrandstof. India zal op 14 civiele installaties volledige controle toelaten, op 8 militaire installaties zal er helemaal geen controle van het IAEA aanwezig zijn. Zolang India niet onderhevig is aan het NPT, zijn er ook geen garanties dat er niet verder aan kernwapens wordt gewerkt. Zonder volledige controle en onvoorwaardelijke toegang tot kernbrandstof, zal het non-proliferatie verhaal voor India nog lang niet ten einde zijn.[6]

Ten slotte zijn er nog de omstreden kernwapens op Europees grondgebied. Ze zijn allemaal eigendom van de Verenigde Staten. Duitsland, Nederland, België, Italië en Turkije hebben kernwapens in NAVO-verband toegelaten op hun grondgebied. De kernwapens in Europa zijn volgens het NPT llegaal. De VS, een kernwapenstaat, belooft in het NPT geen kernwapens te verspreiden, maar deed dat wel. Duitsland, Nederland, België, Italië en Turkije zijn geen kernwapenstaten. Zij beloven in het NPT af te zien van het bezit van kernwapens. Toch zijn er in deze landen kernwapens te vinden op verschillende militaire basissen en worden de bommen niet verwijderd.

Non-proliferatieverdrag

 


[1]De non-proliferatie van kernwapens en internationale controles van Roland Carchon, geactualiseerd in 2006 door Klaas van der Meer

[3]Nucleaire deal tussen VS-India, Tijdschrift Vrede, november-december 2008 

[4]De non-proliferatie van kernwapens en internationale controles van Roland Carchon, geactualiseerd in 2006 door Klaas van der Meer

[5]ibid.

[6]Zie ook: Nucleaire deal tussen VS-India, Tijdschrift Vrede, november-december 2008 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.