Image
Gaza
Vanwaar die watermeloen?
Artikel
7 minuten

Het is je waarschijnlijk al opgevallen dat er in demonstraties tegen de Israëlische aanval op Gaza regelmatig afbeeldingen van opengesneden watermeloenen worden meegedragen. Of misschien zag je de watermeloen wel online opduiken in de vele posts in solidariteit met de Palestijnen? Maar wat heeft deze vrucht te maken met de Palestijnse kwestie?

De watermeloen is een nationaal symbool voor de Palestijnse strijd, en is niet nieuw. Het gebruik ervan dook voor het eerst op na de Zesdaagse Oorlog van juni 1967 tussen Israël en een coalitie van Arabische landen (Egypte, Jordanië en Syrië). De Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, en de Gazastrook werden toen onderworpen aan een militaire bezetting door de overwinnaar, Israël. Vanaf dan was het de Palestijnen in deze gebieden niet langer toegestaan om de Palestijnse vlag en andere nationale symbolen te etaleren. 

Vanaf 1967 verbood Israël de Palestijnse vlag in de bezette gebieden.

Om dit verbod te omzeilen begonnen de Palestijnen de watermeloen te gebruiken als heimelijk symbool voor hun strijd tegen de bezetting en voor hun basisrechten. Niet alleen bloeiden de vruchten in heel Palestina- van Jaffa tot Gaza-, opengesneden hebben ze dezelfde kleuren als de Palestijnse vlag. Het vlees is rood, de schil is aan de binnenkant wit en de buitenkant groen, en de pitten zijn zwart. Naar verluidt droegen de activisten als vorm van protest dus plakjes watermeloen met zich mee.

Kunst als politiek instrument

Het ware origineverhaal van het gebruik van de watermeloen is een beetje een hedendaagse mythe geworden, waarvan de oorsprong verborgen zit in verschillende anekdotes en hervertellingen. Een van de meest gedeelde verhalen is dat van de verboden tentoonstelling van een aantal Palestijnse kunstenaars in Ramallah (Westelijke Jordaanoever) in 1980. 

De expositie van Sliman Mansour, Nabil Anani en Issam Badr in ‘79 Gallery’ werd na amper drie uur gesloten door het Israëlisch leger omdat de kunstwerken als ‘politiek’ beschouwd werden. Twee weken na de ontruiming riepen Israëlische officieren de drie kunstenaars bijeen om ze te waarschuwen dat ze moesten stoppen met het maken van politieke schilderijen en in plaats daarvan beter bloemen zouden schilderen. “Ze vertelden ons dat het schilderen van de Palestijnse vlag verboden was, maar ook de kleuren ervan verboden waren”, vertelde een 70-jarige Sliman Mansoer vele jaren later aan de pers. “Dus zei Issam: ‘Wat als ik een bloem zou maken van rood, groen, zwart en wit?’, waarop de officier boos antwoordde: ‘Die zal in beslag genomen worden. Zelfs als je een watermeloen schildert, wordt deze in beslag genomen’.” De rest is geschiedenis.

De waarheidsgetrouwheid van dit en andere verhalen over het ontstaan van de watermeloen als symbool van het Palestijns verzet is eigenlijk van secundair belang, omdat kunstenaars, activisten en demonstranten het beeld inmiddels als dusdanig omarmd hebben. Het verhaal van Sliman Mansour illustreert wel perfect hoe aanvallen op kunstenaars en culturele ruimtes een tactiek is die door de bezettingstroepen werd gebruikt in een poging om de Palestijnse identiteit uit te wissen. Kunst en cultuur kunnen immers krachtige politieke instrumenten zijn.  

Geen beter voorbeeld daarvan dan Handala, het personage gecreëerd door de politieke cartoonist Naji al-Ali. Al-Ali werd in 1938 geboren in het Palestijnse dorp Al-Shajara, waarvan de volledige bevolking door Israëlische troepen werd verdreven in de oorlog van 1948 (Al-Nakba). Hij vluchtte met zijn familie naar Libanon, waar hij opgroeide in een vluchtelingenkamp. In zijn vele duizenden cartoons uitte Al-Ali scherpe kritiek op Israël en de Arabische leiders. Zijn personage Handala is een sjofel blootsvoets jongetje van 10 jaar -de leeftijd waarop Al-Ali zijn geboortedorp moest ontvluchten- met slechts enkele sprietjes haar op zijn hoofd.

Als personificatie van het Palestijnse volk is Handala uitgegroeid tot een belangrijk symbool van Palestijns nationalisme en verzet. Al-Ali creëerde het typetje al in 1969. Vanaf 1973 verscheen Handala systematisch in Al-Ali's cartoons, afgebeeld in zijn kenmerkende houding: met de rug naar het publiek en vaak met de handen op de rug gevouwen. De cartoonist legde later uit dat Handala zijn gezicht pas weer aan de lezers zou onthullen wanneer de Palestijnse vluchtelingen terug konden keren naar hun thuisland. De gevouwen handen symboliseerden de afwijzing van ‘oplossingen van buitenaf’.  

Handallah leeft voort als het logo van de Boycot, Desinvestering en Sancties-campagne (BDS).

Het mannetje is terug te vinden op vele muren in de bezette gebieden en de Palestijnse vluchtelingenkampen in de Arabische buurlanden. Handala is de laatste jaren -en vooral bij niet-Palestijnen- misschien overtroffen door de watermeloen als het bekendste symbool voor Palestijns verzet, maar blijft alomtegenwoordig. Zijn bedenker, Naji al-Ali, werd in 1983 doodgeschoten in Londen. Handallah leeft ondertussen voort als het logo van de Boycot, Desinvestering en Sancties-campagne (BDS), die in juli 2005 werd gelanceerd door het Palestijnse maatschappelijk middenveld.   

Opkomst van de watermeloen

Het tonen van de Palestijnse vlag en andere nationale symbolen bleef vele jaren een strafbaar feit in de bezette gebieden. Pas in 1993 werd het verbod opgeheven als onderdeel van de Oslo-akkoorden, die gesloten werden tussen de Israëlische premier Yitzhak Rabin en de Palestijnse leider Yasser Arafat (onder auspiciën van VS-president Bill Clinton). Deze eerste formele overeenkomsten die poogden om het decenniaoude Israëlisch/Palestijnse conflict op te lossen, omvatten een wederzijdse erkenning van Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). De Palestijnse vlag werd aanvaard als de vertegenwoordiging van de Palestijnse Autoriteit, dat het nieuwe administratieve bestuur zou vormen van delen van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. 

De watermeloen als nationaal symbool van verzet geraakte in de jaren na de ondertekening van de Oslo-Akkoorden op de achtergrond. Geïnspireerd door het verhaal dat hem ter ore was gekomen over de gebeurtenissen in 1980 met Sliman Mansour en Issam Badr, schilderde de Palestijnse kunstenaar Khaled Hourani in 2007 een stuk watermeloen voor het project ‘Subjective Atlas of Palestine’. In 2013 doopte Harouni zijn watermeloen ‘De kleuren van de Palestijnse vlag’ en het beeld reisde als onderdeel van zijn werk de wereld rond.  

Tijdens de verschillende Israëlische militaire aanvallen op Gaza de afgelopen 16 jaar dook de watermeloen hier en daar opnieuw op als symbool van protest. Maar het was pas na de Israëlische oorlog in Gaza van 2014, en vooral tijdens de gewelddadige repressie van het protest in 2021 tegen de huisuitzettingen van Palestijnse gezinnen in Sheikh Jarrah (Oost-Jeruzalem), gevolgd door nog maar eens een Israëlische bombardementcampagne tegen Gaza, dat de aandacht voor de watermeloen van Harouni sterk groeide. Andere kunstenaars (Sarah Hatahet, Sami Boukhari, Aya Mobaydeen, Beesan Arafat, enz.) gingen ook met het beeld aan de slag en de opengesneden vrucht verscheen steeds meer in online solidariteitscampagnes. 

In Israël zelf werd er in juni 2022 een resolutie voorgelegd aan de Knesset (parlement) die het zwaaien met Palestijnse vlaggen in en nabij door de staat gefinancierde instellingen, waaronder universiteiten, wilde verbieden. In een voorlopige stemming werd de resolutie goedgekeurd met 64 stemmen voor en 16 tegen. De andere stemmingen die nog vereist waren om deze resolutie effectief in een wet te gieten, konden echter niet doorgaan omdat de Knesset diezelfde maand werd ontbonden en de toenmalige regering viel

Als kersvers minister van Nationale Veiligheid in de huidige extreemrechtse ultrazionistische regering, talmde Itamar Ben-Gvir, niet om de Israëlische politie in januari dit jaar het expliciete directief te geven om Palestijnse vlaggen op openbare plaatsen in beslag te nemen. Het ging dus niet om een wettelijk verbod, maar het gepolariseerde politieke klimaat zorgde ervoor dat er naast de (overigens niet ongebruikelijke) confiscaties ook verschillende arrestaties volgden.   

Deze zomer, een jaar na het eerder gekelderde wetsvoorstel, legde de extreemrechtse Otzma Yehudit-partij van Ben-Gvir, een parlementaire resolutie voor die het zwaaien met de vlag van een 'vijandige entiteit' door drie of meer mensen als een misdaad beschouwt, strafbaar met een gevangenisstraf tot één jaar. De Israëlisch-Arabische burgerorganisatie 'Zazim' voerde afgelopen juni actie tegen dit wetsvoorstel, de inbeslagnames van Palestijnse vlaggen en de arrestaties, met de watermeloen als campagnebeeld. Ze liet onder meer 16 taxi’s door Tel Aviv rijden met een grote afbeelding van een watermeloen en het onderschrift: “Dit is geen Palestijnse vlag”. 

De watermeloen als symbool van solidariteit met de Palestijnen is zichtbaarder dan ooit tevoren.

Spoelen we alweer een paar maanden verder en de watermeloen is als symbool van solidariteit met de Palestijnen zichtbaarder dan ooit tevoren. Tijdens protestacties (fysiek en online) tegen de huidige aanhoudende genocidale Israëlische militaire operatie in Gaza (een wraakactie voor de moorddadige aanslag van Hamas in Israël op 7 oktober 2023), duikt de afbeelding van de opengesneden vrucht overal ter wereld op.

Geconfronteerd met het ziekmakende bloedbad dat we al een maand lang alle dagen voorgeschoteld krijgen, is het van het allergrootste belang om de 'hoorniets, zieniets, zegniets'-politici te tonen dat dit indruist tegen elke menselijkheid; dat de dood injagen van ondertussen al meer dan 10.000 Palestijnen door massaal bommen te droppen op een afgesloten gebied, nooit uitgelegd zal kunnen worden als zelfverdediging; dat geen enkele politieke strategie en/of doelstelling de dood van één kind per tien minuten rechtvaardigt. Bericht aan de Europese en Belgische politici: zwijgen, komt neer op medeplichtigheid.   

Zwijg zelf niet! Eis een onmiddellijk staakt-het-vuren en uit je solidariteit voor de Palestijnen. Dat kan onder meer door onze campagneposter uit te hangen aan je ramen of deuren.

De A4-poster -met afbeelding van een watermeloen- is te bestellen via bastien@vrede.be of op te halen op ons kantoor in Gent (Dok Noord 4F). Gelieve wel even te bellen op voorhand (09/233.46.88), zodat we ervoor kunnen zorgen dat er zeker iemand aanwezig is.   

 

 

 

     


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Campagne

In de huidige context van escalerend geweld in Israël/Palestina verenigen we ons in solidariteit met het Palestijnse volk. We eisen een onmiddellijk staakt-het-vuren en een rechtvaardige vrede in de regio. Door middel van deze campagnepagina willen we bewustzijn creëren, steun vergaren en actie ondernemen met dit doel voor ogen.

Basisinfo

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.