Image
Jemen

Shutterstock.com

Wapenstilstand in Jemen vereist ook gerechtigheid
Artikel
5 minuten

Een stopzetting van de gevechten in Jemen zou goed nieuws zijn. Maar het zal niet stand houden als de misdaden van de strijdende partijen tegen burgers niet worden aangepakt.

Het nieuws dat Saoedische functionarissen, die al acht jaar een bombardementscampagne voeren in Jemen, op 9 april een ontmoeting hadden met de Houthi-functionarissen die een groot deel van het land controleren, met het oog op de eventuele verlenging van een in oktober afgelopen bestand, is positief. Maar een hernieuwde wapenstilstand die de schade van de strijdende partijen tegen de burgers van Jemen niet behandeld, is niet houdbaar zonder verantwoording.

De gesprekken komen enkele weken na de berichten dat Iraanse functionarissen mogelijk zouden stoppen met het sturen van wapens naar de Houthi's. Saoedi-Arabië, dat ogenschijnlijk bij het conflict betrokken is geweest namens de verdreven regering van het land, lijkt een uitweg te zoeken. Dit heeft ertoe geleid dat internationale actoren -waaronder de VN-bemiddelaar voor Jemen- enig optimisme uiten over de mogelijkheid van een bestand of zelfs een officieel einde van de oorlog.

De afwezigheid van Jemenitische burgers bij deze besprekingen toont het gebrek aan zeggenschap van de Jemenieten over hun eigen omstandigheden tijdens het conflict. Ook blijkt hieruit de bereidheid van internationale actoren om de oorlog te beëindigen zonder te praten over gerechtigheid en aansprakelijkheid voor de wijdverbreide schade die burgers hebben geleden.

De strijdende partijen hebben bijna 20.000 burgerslachtoffers gemaakt en op grote schaal het internationaal humanitair recht en de mensenrechten geschonden. Momenteel heeft twee derde van de Jemenitische bevolking humanitaire hulp nodig.

Het conflict in Jemen wordt gekenmerkt door de betrokkenheid van tal van buitenlandse actoren. Hoewel de volledige omvang en aard van de betrekkingen van Iran met de Houthi's niet duidelijk zijn, heeft Iran de Houthi's grote hoeveelheden wapens en politieke steun geleverd.

Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) werden in maart 2015 partij in het conflict en leidden een coalitie van landen in de regio die luchtaanvallen tegen de Houthi's uitvoerden. De coalitie heeft aanzienlijke steun gekregen van machtige westerse landen in de vorm van wapenverkopen, met name van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk.

Van 2015 tot 2020 bedroegen de Amerikaanse wapenovereenkomsten met Saoedi-Arabië meer dan 64,1 miljard dollar, terwijl het Verenigd Koninkrijk sinds het begin van de oorlog voor meer dan 23 miljard dollar aan wapens aan het land heeft verkocht. De VS heeft de gevechtsvliegtuigen van de coalitie ook bijgetankt in de lucht en heeft tactische steun verleend, terwijl het VK de coalitietroepen heeft getraind. De VS heeft afzonderlijk eigen luchtaanvallen uitgevoerd op Al Qaeda op het Arabisch Schiereiland in Jemen, waardoor het eveneens een externe actor werd in het conflict.

De luchtaanvallen van de coalitie hebben de meeste burgerslachtoffers gemaakt in de oorlog. Ze hebben civiele infrastructuur vernietigd en beschadigd, waaronder huizen, medische voorzieningen, scholen, markten en water- en voedselbronnen en -infrastructuur. Sommige van de luchtaanvallen van de coalitie kunnen beschouwd worden als oorlogsmisdaden. Human Rights Watch en andere groepen hebben gevallen gedocumenteerd van foltering, gedwongen verdwijning en willekeurige detentie door coalitietroepen, in het bijzonder door troepen van Saoedi-Arabië en de VAE, en door Jemenitische troepen met de VAE in steun.

De Houthi's hebben mortieren, granaten en raketten afgevuurd op dichtbevolkte gebieden in Jemen en Saoedi-Arabië, met dode en gewonde burgers tot gevolg, wat kan neerkomen op oorlogsmisdaden. Ze hebben ook landmijnen gelegd in burgergebieden in het hele land - waaronder internationaal verboden antipersonenmijnen. De VN-Groep van Eminente Deskundigen heeft het wijdverbreid gebruik van foltering door de Houthi's beschreven.

Zowel de coalitie als de Houthi's hebben de toegang tot humanitaire hulp geblokkeerd en belemmerd. Tijdens de laatste wapenstilstand weigerden de Houthi's de wegen naar Taiz, die sinds 2015 geblokkeerd zijn, te heropenen om cruciale humanitaire hulp toe te laten, ondanks een voorstel van de speciale gezant van de VN.

Ondanks de ernst en de alomtegenwoordigheid van de schendingen, is er bijna geen verantwoording of compensatie voor de slachtoffers of hun families. Integendeel, Saoedi-Arabië heeft in 2021 met succes gelobbyd bij de lidstaten van de Mensenrechtenraad om het onderzoek van de Groep van Eminente Deskundigen -het enige onafhankelijke controle- en rapportagemechanisme dat tot dan toe voor Jemen bestond- niet te verlengen.

Oproepen voor een nieuw en robuuster onderzoeksmechanisme bij de Mensenrechtenraad zijn sindsdien grotendeels genegeerd, ook door machtige landen met grote wapenverkopen aan Saoedi-Arabië, zoals de VS en het VK.

Andere landen hebben gewezen op het bestaan van de Nationale Onderzoekscommissie van de Jemenitische regering -een ondoeltreffend binnenlands onderzoeksorgaan dat niet onafhankelijk is- om de lancering van een broodnodig onderzoek te vermijden. Ondertussen zijn de beloften van de strijdende partijen om herstelbetalingen te doen voor de schade die ze hebben aangericht onder de burgerbevolking, quasi niet nagekomen.

Afgelopen najaar, vijf maanden in de wapenstilstand van zes maanden, schreven 50 maatschappelijke organisaties een gezamenlijke brief waarin zij stelden dat zelfs met de wapenstilstand de partijen in het conflict "weinig tot geen vooruitgang hebben geboekt... om de aanhoudende en wijdverbreide schendingen en misbruiken van internationale mensenrechten en het humanitair recht aan te pakken of de schade te remediëren die ze tijdens het conflict hebben toegebracht aan burgers".

De brief riep de internationale gemeenschap op om "niet aan de kant te blijven staan" en toe te staan dat de ontbinding van de waarnemingsgroep "het laatste woord is over de inspanningen om verantwoording af te leggen voor grootschalige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in Jemen".

Voor langdurige vrede in Jemen moet de internationale gemeenschap pleiten voor de oprichting van een doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk onderzoeksmechanisme. Er moet voor gezorgd worden dat elk bestand een alomvattend proces van overgangsjustitie omvat waarbij ook de civiele samenleving betrokken is, alsook herstelbetalingen door de strijdende partijen aan de slachtoffers.

Dit artikel vescheen eerder op Foreign Policy in Focus.

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.