Wordt Libië vernietigd om het te kunnen redden?
Artikel
7 minuten

Twee wijdverspreide beelden van de oorlog in Libië voorspellen serieuze problemen voor de jaren die komen. In een eerste beeld waren verschillende VS A-10 gevechtsvliegtuigen te zien terwijl ze zich verplaatsten op een landingsstrook. Deze lompe machines zijn lelijk genoeg om de bijnaam 'wrattenzwijnen' mee te krijgen. In een ander beeld stonden verschillende rebellen te dansen bovenop een brandende tank, een oude Russische T-72 , die hoogstwaarschijnlijk onklaar werd gemaakt door één van die A-10 gevechtsvliegtuigen. Dit alles betekent dat de rebellen in kwestie bijna zeker een wereld van pijn tegemoet treden. Terwijl ze stonden te vieren, ademden ze immers ook het residu in van het wapen die de tank vernietigde, een 30 mm verarmd uranium bom. Munitie met verarmd uranium is het wapen bij uitstek voor het vernietigen van gepantserde voertuigen, en de A-10's zijn gespecialiseerd in het gebruik ervan.

De Verenigde Staten gebruikte 320 ton munitie met verarmd uranium gedurende de Golfoorlog (1990-1991), 10 ton in Kosovo en meer dan 1000 ton bij de invasie van Irak. Munitie met verarmd uranium is niet alleen effectief in het vernietigen van tanks, maar beschadigt alles wat ermee in contact komt. In 1991 klommen veel VS-soldaten bovenop uitgeschakelde Iraakse tanks om een foto te maken als aandenken of om souvenirs uit te zoeken binnenin de tank. Terwijl ze dit deden inhaleerden ze uraniumoxide of werden hun uniformen er door doordrongen. Het VS Ministerie van Defensie had de soldaten verteld dat verarmd uranium ongevaarlijk was, hoewel het toen al goed op de hoogte was van de mogelijke effecten. In 1991 concludeerde de 'Armament Munitions and Chemical Command' van het VS-leger dat “van elk systeem dat geraakt wordt door een uraniumwapen, kan aangenomen worden dat het besmet is met verarmd uranium”. Er werd de soldaten dan ook aangeraden om “ten minste” een beschermend pak, een masker en luchtflessen te dragen en gedragen kleding achteraf te vernietigen. Het enige probleem was dat het leger deze informatie niet deelde met de soldaten, zelfs niet met de soldaten die als specifieke taak hadden om zich bezig te houden met voertuigen die geraakt werden door uraniumwapens. Niemand heeft ooit maar het kleinste waarschuwingswoordje gegeven aan de 144ste 'National Guard Supply Company' van de 24ste infanterie divisie. Deze eenheid moest 29 VS-voertuigen die per ongeluk geraakt waren door de eigen Amerikaanse uraniumwapens gaan oppikken om ze per schip terug naar het thuisland te brengen. Toen de tanks en gepantserde voertuigen in de Amerikaanse staat South Carolina gearriveerd waren, werden ze onmiddellijk naar een dumpplaats voor radioactief afval verwezen. De soldaten hadden er geen idee van wat voor vlees ze in de kuip hadden, maar het leidinggevend personeel wist het wel. Vele leden van deze specifieke eenheid kregen later last van het zogenaamde 'Golfoorlogsyndroom', waar minstens 118.000 van de 700.000 soldaten die dienst hadden in 1990-1991 mee geconfronteerd werden. Veteranen kampten met chronische vermoeidheid, hoofdpijn, spierspasmen, pijn aan de gewrichten, geheugenverlies, angst- en evenwichtsproblemen, hadden dubbel zoveel kans om de neurologische ziekte amyotrofe laterale sclerose (ALS) te ontwikkelen en hadden tussen de twee en drie maal meer kans op kinderen met aangeboren afwijkingen.

Verarmd uranium munitie is een van de dodelijkste anti-tank wapens die er bestaan. De enorme kracht van de verarmd uranium 'pijl' in elke bom kan 10 centimeter pantser doorboren alsof het boter is. Dan explodeert het in een vuurbal van 10.000 graden die 70% van de munitie tot poeder reduceert. Het poeder kan geslingerd worden in een straal tot 40 km buiten de initiële plaats van inslag. Verarmd uranium is niet hoog radioactief, maar het heeft een periode van 4,4 miljard jaar nodig om te halveren in grootte en eens het in je systeem geraakt kan het zeer gevaarlijk zijn. Volgens het VS-'Environmental Policy Institute', heeft verarmd uranium “het potentieel om belangrijke medische gevolgen te genereren”. Alexander Miller van het Radiobiologie Onderzoeksinstituut van de VS strijdkrachten vertelde aan de Britse krant the Guardian dat “er altijd werd aangenomen dat lage dosissen niet echt een probleem vormen, maar ze kunnen veel meer schade aanrichten dan de mensen denken”. Een studie door het Instituut bewees dat wapens met verarmd uranium de beenmerg-chromosomen beschadigen. Niet alle medische fenomenen die de kop opstaken tengevolge van de Golfoorlog zijn toe te schrijven aan munitie met verarmd uranium. Na 11 jaar ontkend te hebben dat er iets was als het Golfoorlogsyndroom, heeft het Pentagon eindelijk toegegeven dat 130.000 soldaten bloot gesteld werden aan residu van chemische wapens toen het Iraakse wapendepot van Kamisiyah opgeblazen werd. Het moderne strijdtoneel neigt naar een toxische nachtmerrie en dat was des te meer zo in Irak. Maar het lijdt geen twijfel dat uraniumwapens een belangrijke bijdrage leverden aan het syndroom, specifiek voor degenen die ziekten ontwikkelden gerelateerd aan het immuunsysteem. Een standaard effect van straling is namelijk de onderdrukking van dit systeem. De precieze effecten van lage stralingsniveau's is moeilijk te achterhalen want vele kankers hebben een periode van 16 tot 24 jaar nodig om zich te ontwikkelen. Iraakse medische autoriteiten beweren dat het kanker niveau in Basra -een omgeving die doordrongen werd van de lage intensiteit straling gedurende de Golfoorlog en de Irak invasie – vertienvoudigd is en dat geboorteafwijkingen er veel hoger zijn dan in de rest van het land.

Verarmd uranium wordt ook gebruikt in munitie van 25 mm en in 105mm en 120 mm tankmunitie. Het leger gebruikt het ook om 50 kaliber munitie voor machinegeweren te maken en is aan het experimenteren om het te gebruiken in standaard infanterie wapens. Gepantserde voertuigen worden ook soms bedekt met verarmd uranium, waardoor ze bijna ondoordringbaar worden voor munitie zonder verarmd uranium. De VS verkoopt verarmd uranium wapentuig aan Israël, Egypte, Pakistan, een aantal van de NAVO bondgenoten -Duitsland en Italië willen het niet gebruiken- Zweden, Taiwan, Saoedi-Arabië, Thailand en nog een aantal andere landen die het Pentagon niet wil vrijgeven omwille van de “nationale veiligheid”. Verarmd Uranium is een hoogst toxisch metaal dat de lever en de nieren kan schaden, in het bijzonder als het in de waterbevoorrading komt. Als een raket met verarmd uranium zijn doel mist, kan ze diep in de grond doordringen. “Een grote bezorgdheid voor de potentiële milieu effecten van intacte verarmd uranium munities of grote fragmenten ervan”, stelt de Wereldgezondheidsorganisatie vast, “is de mogelijke besmetting van grondwater”.
Omwille van de gevaren die geassocieerd worden met verarmd uranium wapens concludeerde een subcomité van de Verenigde Naties in augustus 2002 dat deze wapens 7 internationale akkoorden schonden, waaronder het VN charter en de conventie van Genève. Inspanningen om deze wapens te  verbannen, werden echter met een veto onthaald door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk. In 2009 werd België het eerste land ter wereld dat het gebruik van verarmd uranium wapens verbood en in hetzelfde jaar stemde het Parlatino (Latijns-Amerikaans Parlement) voor een moratorium op het gebruik ervan. De internationale coalitie die het verbod van uranium wapens nastreeft, omvat 120 niet gouvernementele organisaties en is momenteel bezig met lobbywerk om de wapens uit te rangeren.

Er worden vandaag echter nog andere zware beesten op de Libiërs losgelaten, waaronder clustermunitie, bommen bestaande uit talrijke zeer explosieve granaten die alles in stukken reten, van mensen tot tanks. VS gevechtsvliegtuigen zijn bezig met het droppen van CBU-103, 104, 105 en AGM-154 raketten, allemaal wapens met een falingsgraad van 5 tot 23%. Bommetjes uit clustermunitie die niet explodeerden bij de aanval kunnen nog decennialang slachtoffers maken. Gedurende de bombardementen op Laos van 1964 tot 1973 werden er 90 miljoen clusterbommen gedropt, die meer dan 12.000 burgerslachtoffers maakten. De niet ontplofte bommetjes die op het land bleven liggen, eisen nog altijd een jaarlijks dodental van 100 à 200 mensen. Meer dan 50 miljoen clusterbommen werden gedropt tijdens de Golfoorlog van 1990-1991 en in de twee jaar na het einde van deze oorlog hebben ze 1400 Koeweiti's gedood. Een VS bedrijf dat ingehuurd werd om clustermunitie te gaan opruimen in een klein deel van Koeweit vond maar liefst 95.700 niet-geëxplodeerde MK-118 submunities van de notoir onbetrouwbare CBU-99 'Rockeye' clusterbom. Niet ontplofte clusterbommen zorgen nog altijd voor problemen in Kosovo en eisen jaarlijks hun tol onder de Afghaanse burgers. Libië heeft zones waar niemand mag komen, nog daterend uit de tweede wereldoorlog, toen de Italianen, de Britten en de Duitsers hun fronten bezaaiden met landmijnen. Welke regering er ook tevoorschijn zal komen in Libië, ze zal af te rekenen hebben met de nasleep -in dit geval verarmd uranium en clusterbommen- van alweer een oorlog. “The problem in defense is how far you can go without destroying from within what you are trying to defend from without,” merkte Dwight Eisenhower ooit op. Inderdaad een prangend probleem. Je kan alleen maar hopen dat Libië bespaard blijft wat een dorp in Vietnam overkwam, het dorp dat vernietigd werd om het te beschermen.

31 maart 2011


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.