Image
ontbossing

Ontbossing voor oliepalmplantages in Maleisië; shutterstock.com

Twee nieuwe en alarmerende milieurapporten
Artikel
5 minuten

Het mondiale regenwoud wordt aan tien voetbalvelden per minuut ontbost en de meeste fossiele brandstofbedrijven produceerden meer fossiele brandstoffen in de zeven jaar na het Klimaatakkoord van Parijs (12 december 2015), dan in de zeven jaar ervoor.

Dit zijn de opvallende conclusies van twee recente en alarmerende milieurapporten. Een eerste rapport van InfluenceMap, gebaseerd op de database van Carbon Majors, kwantificeert de bijdrage van 's werelds grootste olie-, gas-, kolen- en cementproducenten aan de mondiale CO2-uitstoot, de belangrijkste aanjager van de klimaatverandering.

Uit het rapport blijkt dat het grootste deel van de wereldwijde CO2-uitstoot sinds de ondertekening van het Klimaatakkoord kan worden herleid tot een kleine groep van grote uitstoters. Van 2016 tot en met 2022 waren slechts 57 bedrijven en staten verantwoordelijk voor 80% van de CO2-uitstoot afkomstig van fossiele brandstoffen en cement. Natiestaten zijn goed voor 38% van deze uitstoot, terwijl bedrijven in staatseigendom verantwoordelijk zijn voor 37% en bedrijven in privébezit voor 25%.

De Carbon Majors-database bevat CO2-uitstootgegevens van 1854 tot en met 2022. Een nieuwe analyse van de hele database laat zien dat sinds de Industriële Revolutie meer dan 70% van de wereldwijde CO2-uitstoot van fossiele brandstoffen en cement kan worden herleid tot 78 bedrijven en staten. Slechts 19 van deze entiteiten was verantwoordelijk voor 50% van de totale CO2-uitstoot in dezelfde periode.

De top vijf van grootste CO2-uitstoters in privéhanden bestaat uit Chevron, ExxonMobil, BP, Shell en ConocoPhillips. Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor 11,1% of 196 gigaton (GtCO2) van de historische CO2-uitstoot afkomstig van fossiele brandstoffen en cement. ExxonMobil alleen stond tijdens de zevenjarige periode na de ondertekening van het Klimaatakkoord in voor 3,6 gigaton CO2-uitstoot.

De top vijf staatsbedrijven zijn Saudi Aramco, Gazprom, de National Iranian Oil Company, Coal India en Pemex. Zij zijn verantwoordelijk voor 10,9% van de historische CO2-uitstoot van fossiele brandstoffen en cement (194 GtCO2).

De vervuilende steenkoolsector kwam sinds 2015 meer in handen terecht van staatsactoren. Het gevolg is dat de uitstoot van steenkoolproductie door privébedrijven tussen 2015 en 2022 daalde met 27,9%. De CO2-uitstoot van steenkool door natiestaten en producenten in staatseigendom nam tussen 2015 en 2022 echter toe met respectievelijk 19% en 29%.

Het valt op dat 65% van de vervuilende staatsbedrijven en 55% van de bedrijven in investeerdersbezit in 2016-2022 een hogere productie hadden dan in 2009-2015. Deze productiestijging van staats- en privébedrijven sinds het Akkoord van Parijs is het grootst in Azië. Alle vijf Aziatische bedrijven in eigendom van private investeerders en 8 van de 10 Aziatische staatsbedrijven stootten meer CO2 uit in de periode 2016-2022 dan in de periode 2009-2015. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de nog steeds groeiende Aziatische kolenproductie.

Het onderzoek van Carbon Majors toont aan wie de verantwoordelijken zijn voor de levensbedreigende klimaatverandering. Het gaat om bedrijven die de afgelopen decennia miljarden dollars winst maakten, terwijl ze het klimaatbeleid vertraagden en tegenwerkten. Ze geven miljoenen uit aan reclamecampagnes waarin ze zichzelf portretteren als pioniers in het onderzoek naar duurzame oplossingen. Tegelijkertijd blijven ze massaal investeren in de winning van nog meer fossiele brandstoffen.

Ontbossing

Een ander nieuw rapport van het World Resources Institute (WRI) en de Universiteit van Maryland toont aan dat de vernietiging van 's werelds meest ongerepte regenwouden in 2023 aan een meedogenloos tempo werd voortgezet. De grootste aandrijver van de ontbossing van regenwouden is de landouw -meer bepaald de grootschalige monocultuur van gewassen als oliepalmen (voor de productie van palmolie), sojabonen, enzovoort- en de industriële veeteelt.

Volgens het rapport verloor de wereld in 2023 alleen, in totaal 3,7 miljoen hectare aan ongerept regenwoud. Dat is een gebied bijna zo groot als Zwitserland en komt overeen met een tempo van ongeveer 10 voetbalvelden per minuut! En toch had het nog erger gekund. Dankzij de inspanningen van de huidige progressieve regeringen in Brazilië en Colombia is de ontbossing in deze twee, voor het Amazonewoud cruciale landen, aanzienlijk vertraagd.

Onder de Braziliaanse president Lula da Silva en zijn Colombiaanse tegenhanger Gustavo Petro werd vorig jaar een daling van het bosverlies van respectievelijk 36% en 49% geregistreerd. Maar deze ‘winst’ wordt helaas tenietgedaan door een grote toename van de ontbossing in Bolivia, Laos, Nicaragua en andere landen. Ook Canada kende vorig jaar een recordverlies van meer dan 8 miljoen hectare aan bos door brand.

Ondanks de aanzienlijke daling van de ontbossing in Brazilië sinds het vertrek van de ronduit destructieve Bolsonaro-regering, staat het land nog steeds in de top drie van landen die de grootste oppervlakte primair regenwoud verliezen. Samen met de Democratische Republiek Congo en Bolivia stond Brazilië vorig jaar in voor meer dan de helft van de totale wereldwijde bosvernietiging. 

De afgelopen 21 jaar ging er ruim 76 miljoen hectare oerbos verloren in de wereld. Ontbossing gaat niet alleen gepaard met een enorm biodiversiteitsverlies, maar is een belangrijke oorzaak van grotere hoeveelheden schadelijke broeikasgassen in de atmosfeer. Bossen en zeker tropische wouden, hebben een klimaatverkoelend effect doordat ze koolstofdioxide vasthouden en water verdampen.

Het behoud van regenwouden is dus essentieel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5° Celsius boven het pre-industriële niveau, het streefdoel dat gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek werd opgenomen in het Klimaatakkoord van 2015, maar helaas niet bindend is.

Zowel het rapport van WRI als dat van InfluenceMap schetsen een somber beeld voor de toekomst. Alle regeringen zouden zich meer dan ooit moeten inzetten voor de reductie van de mondiale CO2-uitstoot, zeker de regeringen van landen die een historische klimaatschuld dragen. Er is dringend nood aan bindende internationale verdragen ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, met name CO2, en ter bestrijding van de ontbossing.

Samenwerking in plaats van het aanwakkeren van geostrategische rivaliteit is daarbij van het allergrootste belang. Indien dat niet gebeurt, wordt het afwachten welke door de mens veroorzaakte ramp de vernietiging van de mensheid het eerst inluidt, een grootschalige nucleaire oorlog of de veelvuldige gevolgen van de klimaatcrisis.   


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.