Image
Nagorno Karabach

Lid van de Russische vredesmissie aan de Lachin-corridor (de verbindingsweg tussen Nagorno-Karabach en Armenië). Foto: Mahammad Turkman (CC BY-SA 4.0)

Armeniërs hebben nog weinig vrienden
Opinie
5 minuten

Ilham Alijev, president van Azerbeidzjan, haalt zijn slag thuis. Artsach/Nagorno-Karabach -een enclave binnen Azerbeidzjan die bevolkt wordt door etnische Armeniërs- komt volledig onder zijn gezag. De Armeniërs van dat gebied onderhandelen met een pistool tegen het hoofd. Dat succes heeft Alijev te danken aan zijn militair overwicht -op zijn beurt te danken aan Turkije en Israël- en aan het feit dat Armenië geïsoleerd staat. Wat daarin meespeelt: Armenië heeft geen gas en olie en weinig vrienden, Azerbeidzjan wel.

Gaslucht

Toen de EU vorig jaar enthousiast meestapte in de onzinnige energiesancties tegen Rusland, ging het aankloppen bij 'grote democratieën' als Qatar en Azerbeidzjan. Met Alijev werd een akkoord voor extra leveringen getekend, waarbij geen aanstoot werd genomen aan zijn autoritair en hypernationalistisch bewind.

Toen Azerbeidzjaanse troepen afgelopen week een massale aanval inzetten op Nagorno-Karabach, riepen westerse leiders wel op om het vuur te staken. Dat klonk allesbehalve geloofwaardig. Alleen Parijs was de voorbije maanden bedrijvig om de blokkade van de regio te beëindigen. EU-kopstukken als Ursula Von der Leyen en Charles Michel waren vorig jaar toch zo fier om op de foto te kunnen met Alijev. In feiten kijken ze lijdzaam toe, het zal hen worst wezen hoe de Azeri’s en andere Turken de Armeniërs aanpakken. Zoals ze ook toekijken hoe Erdoğan in Syrië en Irak tekeer gaat tegen de Koerden.

Rusland maande aan tot een stopzetting van het geweld, maar verroerde geen vin en bezegelde tenslotte Alijevs zege. Nagorno-Karabach komt nu volledig onder het gezag van Bakoe. Wat dat betekent voor de nog ongeveer 120.000 Armeense inwoners, is bang afwachten.

Diaspora

Armenië staat er dus redelijk alleen voor. In enkele landen is er nog wel wat invloed van de Armeense diaspora, zoals in Frankrijk waar wijlen zanger Charles Aznavour een bekende voorman was. Of in Portugal waar de stichting Gulbenkian herinnert aan de Armeense aanwezigheid. Of in de VS waar in het Congres een actieve Armeense ‘caucus’ is.

Maar het stelt weinig voor tegenover de Azerbeidzjaans-Turks-Israëlische alliantie. Sinds vader Alijev in 1994 een groot akkoord sloot met een westers consortium, staat Bakoe in westerse gunst. En nog meer sinds de sancties tegen Rusland van vorig jaar.

Buurland Georgië sloot zich in 1994 aan bij dat akkoord, want het is via een pijplijn door Georgië dat de Azerbeidzjaanse olie naar de Turkse haven Ceyhan gaat. Op Georgische steun hoeft Armenië bijgevolg niet te rekenen. Tbilisi houdt zich ver weg van het conflict. Armenië heeft rond zich dus geen vrienden. Alleen met Iran is er een goed nabuurschap, aangesterkt door de forse Israëlische aanwezigheid aan Azerbeidzjaanse kant.

Ook de Armeense diaspora in Rusland werpt geen gewicht in de schaal. Er leven naar schatting tussen de 2 en 3 miljoen Armeniërs in Rusland. In de Sovjetperiode hebben sommige Armeniërs wel een grote rol gespeeld. Anastas Mikojan was in 1964 zelfs staatshoofd en speelde een belangrijke rol in de Sovjetdiplomatie.

“Beschermer”

Tot voor kort stelden de meeste Armeniërs hun hoop op Rusland om hen te beschermen tegen “de Turken”, de Azeri’s in Azerbeidzjan inbegrepen. De Russen, toen in een oorlog verwikkeld met de Turken, waren al eind 19e eeuw ter hulp geroepen als beschermers tegen de Ottomaanse troepen, vooral bestaande uit Circassiërs en Koerden. Het kwam de Armeniërs in 1915 duur te staan. Tijdens de door de sultan bevolen massale deportatie kwamen minstens 600.000 mensen om, sommige schattingen gaan zelfs tot 1,5 miljoen. In dit geval is de term genocide op zijn plaats. Eerder al, in 1894, waren 300.000 Armeniërs door de troepen van de sultan afgemaakt.

Tot 1915 droomden Armeense nationalisten nog van een herstel van het grote Armenië van eertijds. In kruiswoordraadsels kom je vaak “was hoofdstad voor Armeniërs” tegen; dat is ‘Ani’, een stad in het noordoosten van het huidige Turkije. Ani kende zijn bloeitijd een millennium geleden, als hoofdstad van een Armeens rijk dat naast het huidige Armenië een groot deel van oostelijk Anatolië besloeg. Vanaf 1045 was het gedaan met dat Armeense rijk, na de Byzantijnen kwamen de Seltsjoeken, de Mongolen, de Ottomanen, de Russen, …

De Armeniërs werden in het Ottomaanse Rijk lang beschouwd als een ‘loyale natie’, met een elite van welvarende zakenlui die op goede voet stond met de Turkse heersers. Tot de Armeniërs eind 19de eeuw in verzet gingen en hoopten om met de hulp van de Russische tsaar grotere politieke en economische autonomie, eventueel zelfs onafhankelijkheid, te verwerven

Ingekrompen

Na de Oktoberrevolutie van 1917 riepen de Armeniërs in 1918 een onafhankelijke republiek uit in het stuk dat Rusland begin 19e eeuw had ingenomen. Maar zwaar bedreigd door de Azeri’s, ook ‘Kaukasische Tataren’ genoemd, en nog onder de schok van de genocide, zagen ze er geen graten in om die republiek in Sovjetverband te hebben, zoals Azerbeidzjan.

Maar goede relaties met de Turken wogen voor Moskou zwaarder dan de Armeense loyaliteit. De Armeniërs moesten de regio Nachitsjevan, van oudsher Armeens, opgeven, en de 50.000 Armeense inwoners moesten er weg. En Armeens Nagorno-Karabach –Artsach– werd bij Azerbeidzjan gevoegd. Een dure prijs voor bescherming.

Met het einde van de Sovjet-Unie kwam er opnieuw een onafhankelijke staat Armenië. Maar op een gebied dat slechts een heel klein deel is van historisch Armenië. Oorlogen en vooral deportaties, moordpartijen en een genocide hebben Armenië fel doen inkrimpen. Na de implosie van de Sovjet-Unie leek Artsach/Nagorno-Karabach, erbij te komen. Maar die droom is afgelopen week aan diggelen geslagen. Armenië staat er immers alleen voor.

Dit artikel verscheen eerder op Uitpers.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.