Image
F-16 Nederland

Nederlandse F16's bewaken het luchtruim van Litouwen, 2017 (Foto: ministerie van Defensie, Nederland - CC0 1.0)

Politieke betekenis van gevechtsvliegtuigen voor Oekraïne is groter dan militaire impact
Artikel
8 minuten

De kogel is door de kerk. Oekraïne krijgt eindelijk de F-16-gevechtsvliegtuigen waar de regering al zolang om vraagt. Washington gaf zijn toestemming voor de levering van afgedankte Nederlandse en Deense toestellen.

Nederland en Denemarken gaan F-16s leveren aan Oekraïne. De Oekraïense president Zelensky vloog speciaal naar de vliegbasis in Eindhoven om met ontslagnemend premier Mark Rutte, zijn minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra en minister van Defensie Kasja Ollongren het nieuws wereldkundig te maken. Nadien vloog hij naar Denemarken om ook daar zijn persoonlijke dankbetuigingen over te maken. Eerder gaf de VS, waar de betrokken F-16s eind de jaren ’80, begin ’90 geproduceerd en afgeleverd zijn, toestemming voor de doorverkoop van de toestellen aan Oekraïne. Nederland en Denemarken bevinden zich in de voorste gelederen voor wat betreft militaire steun aan dat land. Beide NAVO-landen lanceerden in februari van dit jaar samen met Duitsland het ‘LEO 1 A5’ initiatief voor de levering van Leopard 1-tanks en bijhorende steun voor onderhoud en training. De twee landen hebben zich er ook toe geëngageerd om 14 Leopard 2-tanks te leveren voorzien voor begin volgend jaar. De militaire steun van Nederland aan Oekraïne (tot eind juni) bedraagt 1,9 miljard Euro, die van Denemarken 1,5 miljard Euro. Ter vergelijking: de militaire steun van België bedroeg eind juni 2023 ongeveer 290 miljoen Euro.

Voor Nederland en Denemarken komen daar dus nog eens de F-16s bij. Over hoeveel F16s het gaat is nog onduidelijk. Denemarken zegt 19 toestellen toe. Hoewel Zelensky triomfantelijk verklaarde dat hij een overeenkomst heeft met Rutte voor 42 Nederlandse gevechtsvliegtuigen, lees je op de website van het Nederlandse ministerie van Defensie dat nog niet duidelijk is om hoeveel toestellen het gaat.

Militaire impact van gevechtsvliegtuigen voor Oekraïne

Over de militaire impact van de leveringen op het verloop van de oorlog bestaan grote twijfels bij ‘experts’ (hier en hier). In elk geval zullen ze niet voor de winter kunnen worden ingezet als steun bij het Oekraïense offensief dat tot nog toe heel veel mensenlevens vergde, maar weinig resultaten boekte. Volgens de meest optimistische ramingen zal een basistraining van piloten zeker 4 maanden in beslag nemen. Ook het onderhoud is een uitdaging op vlak van personeel, net als het kunnen beschikken over voldoende reserveonderdelen. Een elf landen tellende ‘F-16-coalitie’, waar België toe behoort, heeft zich ertoe geëngageerd om in te staan voor opleiding en onderhoud.

De militaire denktank RAND schetst evenwel een weinig optimistisch beeld over de slagkracht in de lucht van de drie decennia oude toestellen die, hoewel ze ‘midlife updates’ kregen, niet altijd opgewassen zouden zijn tegen Russische Mig-31 en Su-35 gevechtsvliegtuigen.

Politiek signaal

Anders dan de militaire is de politieke betekenis van de leveringen groot. De F-16s vormen een nieuwe stap in het militaire engagement van de NAVO-lidstaten in de oorlog in Oekraïne. Bij de aanvang van de Russische invasie van het land op 24 februari 2022 was de vrees nog groot dat het leveren van te zware of te offensieve wapens het risico op escalatie met Rusland kon vergroten. De grens voor de leveringen van wapensystemen is sindsdien diverse keren opgeschoven. Na de levering van lichte antitankwapens, kwam er groen licht voor luchtverdedigingsinstallaties, gevolgd door zware artillerie (met inbegrip van de HIMARS, het meervoudig mobiel raketartilleriesysteem), raketten en andere wapens met een groter bereik. In Duitsland ging er rond de jaarwisseling een lang en moeilijk debat vooraf aan de levering van Leopard-tanks, waardoor een toestemming voor levering van deze Duitse gevechtstank aan Oekraïne door andere NAVO-landen een tijdlang uitbleef. De VS was er aanvankelijk evenmin happig op om hun Abrams-tanks te leveren met het argument dat het een te complex wapen is. In Washington leefde evenwel ook de vrees dat het de spanningen met Moskou verder kon doen oplopen. Duitsland wilde – mede als gevolg van zijn oorlogsverleden - pas zijn toestemming geven als ook de VS over de brug kwam. Daarop besliste Washington eind januari om zelf 31 Abrams te leveren, waarna de Duitse regering ook groen licht gaf.

Met de toestemming om gevechtsvliegtuigen te leveren aan Oekraïne maken de NAVO-landen een zoveelste bocht. Tot voor enkele maanden weigerden de belangrijkste NAVO-landen nog om gevechtsvliegtuigen te leveren. Eind januari 2023 zei de Duitse Bondskanselier Olaf Scholz in een interview met de Tagesspiegel nog: “De kwestie van gevechtsvliegtuigen is niet eens aan de orde. Ik kan alleen maar afraden om in constante competitie te gaan om elkaar te overbieden als het gaat om wapensystemen.” Toen VS-president Biden in dezelfde periode gepolst werd naar zijn bereidheid om de toestellen te leveren antwoordde hij vlakaf met “Nee”. Een paar maanden later, tijdens de G7-bijeenkomst, liet de VS-president zijn verzet varen onder meer na aandringen van een aantal Europese NAVO-lidstaten die deze toestellen op overschot hebben.

Patstelling aan het front

De escalatie in wapenleveringen aan Oekraïne houdt verband met de moeilijke situatie aan het front. Begin deze zomer maakte de VS zijn intentie bekend om clustermunitie te leveren, een wapen dat in de meeste NAVO-landen verboden is wat leidde tot voorzichtig protest uit Europa. Enkele weken later kwam het bericht dat Kiev al effectief clustergranaten voor artillerie heeft afgevuurd.

Ook al kunnen de gevechtsvliegtuigen niet voor het eind van het jaar ingezet worden, toch blijft de impliciete politieke boodschap die de NAVO met haar wapenleveringen uitzendt dat het Oekraïne aanmoedigt om de oorlog voort te zetten. Nochtans groeit de overtuiging dat het Oekraïense offensief is mislukt, dat de situatie aan het front voor lange tijd in een patstelling zit en dat verder vechten tot veel bloedvergieten zal leiden. De VS-stafchef Mark Milley herhaalde zijn waarschuwing van eind vorig jaar dat het Oekraïens tegenoffensief heel traag zal verlopen en “zeer bloederig” zal zijn. Milley laat ook geregeld verstaan dat de politieke doelstellingen misschien beter kunnen bereikt worden met onderhandelingen. In een interview met The Washington Post vatte Milley, wiens termijn bijna afloopt, het als volgt samen: “Als het de doelstelling is om van Oekraïne terug een vrij, onafhankelijk soeverein land te maken met een intact grondgebied, dan zal dat nog een aanzienlijke inspanning vergen. En dit betekent een lange, zeer moeilijke oorlog die veel slachtoffers eist. Je kan die doelen met militaire middelen bereiken. Dat gaat heel lang duren, maar je kan die doelen misschien ook bereiken met diplomatieke middelen."

In dezelfde VS-krant verscheen vorige week het bericht dat volgens inlichtingendiensten het tegenoffensief er niet in zal slagen op de zuidoostelijk gelegen strategische stad Melitopol te bereiken. De verovering van de stad is essentieel voor de doelstelling van het Oekraïens offensief om de Russische landverbinding naar de Krim door te snijden. Diezelfde week bracht The New York Times het bericht dat het aantal dodelijke en gewonde slachtoffers na 18 maanden oorlog is opgelopen tot 500.000. Het gaat om een schatting omdat er propagandistische belangen aan zijn gekoppeld om cijfers op te blazen dan wel te minimaliseren. Volgens de bronnen zou goed een derde van de 500.000 Oekraïense troepen gedood of gewond zijn. Aan Russische kant zijn de aantallen nog groter maar Moskou beschikt over drie keer zoveel manschappen. Oekraïne krijgt het ook moeilijker om nieuwe soldaten te rekruteren. Steeds meer Oekraïense mannen proberen te ontsnappen aan de dienstplicht. Er is sprake van “grootschalige corruptie” in tientallen rekruteringbureaus over het hele land die in ruil voor betaling certificaten van ongeschiktheid voor militaire dienst uitreiken. De repressie tegen dienstweigeraars lijkt ook toe te nemen afgaande op recente vervolgingen of arrestaties van dienstweigeraars. In Rusland hetzelfde beeld. Moskou is zelfs bereid om grote sommen neer te tellen voor rekruteringen in het naburige Kazakhstan en andere voormalige Sovjetrepublieken. Ook daar neemt de repressie toe. Na het harde neerslaan van antioorlogsinitiatieven aan het begin van de invasie, ondergaan harde pro-oorlog-haviken hetzelfde lot omwille van hun groeiende kritiek op Poetin over het ongunstige verloop aan het front.

Oorlogsmoeheid?

Ook internationaal lijkt het besef te groeien dat de militaire situatie uitzichtloos begint te worden. Midden augustus liet een naaste topmedewerker van NAVO-Secretaris-Generaal Stoltenberg een proefballonnetje op door te suggereren dat er een deal kan worden gesloten waarbij Oekraïne in ruil voor het opgeven van territorium lid zou kunnen worden van de NAVO. Als gevolg van heftige reacties uit Oekraïense regeringskringen trok hij zijn woorden meteen terug in, maar ze zijn wel tekenend voor het feit dat het geloof in de volledige bevrijding van Oekraïne via militaire weg tanende is. Moskou heeft in een reactie overigens laten weten dat het onder geen beding wil dat Oekraïne lid wordt van de NAVO, een standpunt dat al sinds daar sprake van is in 2008, ongewijzigd is gebleven en een belangrijk gegeven vormt in de Russische motieven om Oekraïne binnen te vallen.

Vooralsnog blijven in het westers kamp, de pleidooien voor het verder zetten van de oorlog overheersen. Er is weinig aandacht voor de enorme menselijke en materiële tol die daarvoor betaald moet worden. En hoe je het ook draait of keert. Het is door het loskoppelen van de militaire strategie en wapenleveringen van een diplomatieke strategie, dat de oorlog dit bloedig verloop kan blijven kennen. Weinigen zijn er tuk op om een politiek of maatschappelijk debat te starten over wat er moet gebeuren als de impasse aan het front en daarmee het bloedvergieten blijft voortduren of de situatie dreigt te escaleren. De westerse politieke wereld lijkt de illusie van een militaire overwinning te koesteren, liefst dan nog gekoppeld aan de totale nederlaag en zelfs ondergang van Rusland, hoe gevaarlijk of ongewenst de consequenties daarvan ook kunnen zijn.

De VS maakt zich op voor het komende verkiezingsjaar. De militaire steun aan Oekraïne zal ongetwijfeld een belangrijk thema vormen in de kiescampagne voor het presidentschap. Zittend president Biden zal heel wat argumenten moeten opdiepen om de oorlogsmiljarden aan Oekraïne te verantwoorden. Die zijn inmiddels opgelopen tot 43 miljard dollar. Volgens een opiniepeiling begin deze maand kant een meerderheid van de bevolking van de VS zich tegen bijkomende militaire steun aan Oekraïne. Dat was enkele maanden geleden nog anders. In Europa schaart een kleine twee derde van de bevolking zich achter de militaire steun aan Oekraïne in een peiling die is afgenomen aan het begin van het Oekraïens tegenoffensief. Er zijn wel grote verschillen per land. In Bulgarije, Cyprus, Slovakije is slechts een derde van de bevolking akkoord met de Europese oorlogsinspanningen. Als de resultaten daarvan uitblijven is de kans reëel dat de steun voor wapenleveringen ook in Europa zal zakken en het debat over onderhandelde oplossingen meer op de voorgrond komt te staan.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Basisinfo

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.